Dossier Digitaal burgerschap
Leeswijzer
Voorwoord
Over dit dossier
De digitale kloof
Over de groeiende verschillen tussen de digitale haves en have-nots
Schaduwkanten van de digitale samenleving
Over de keerzijde van de groeiende online mogelijkheden
Publieke waarden en technologisch burgerschap
Over digitale upgrades voor burger en overheid
Digitale kennis op Bibliotheekinzicht
Meer lezen in KB-artikelen
Leestips
Boeken, films, podcasts en meer om je kennis te vergroten
Terugkijken op het Nationale Bibliotheekcongres
Een overzicht van de interessantste sessies
Kunst en de digitale samenleving
Hoe kunst inzicht biedt in de digitaliserende maatschappij
Data verzamelen voor het goede doel
Burgers aan de slag met informatie over de omgeving
AI dichtbij
Kunstmatige intelligentie in het dagelijks levenB
Kijktips
Films, documentaires en meer om je kennis te vergroten
Jargonbuster
De belangrijkste begrippen op het gebied van digitaal burgerschap
Wees niet bang voor AI
Betoog om kunstmatige intelligentie niet enkel te wantrouwen
Leren over data
Met deze workshops en cursussen ben je direct bij
Luistertips
Podcasts, radioprogramma’s en meer om je kennis te vergroten
Nepnieuws als virus
Hoe ons te wapenen tegen desinformatie
Colofon
Wie werkten mee aan dit dossier?
Voorwoord
Maatschappelijke pijler
Digitaal burgerschap is een steeds belangrijker thema, zowel voor de samenleving in het algemeen als bibliotheken in het bijzonder. Volgens het Bibliotheekconvenant is het digitaal vaardig maken en houden van de Nederlandse burger een van de drie grootste maatschappelijke opgaven van het moment, waaraan de komende drie jaar door bibliotheken en de overheid extra aandacht zal worden besteed.
Digitaliserende samenleving
Lang niet iedereen kan gelijke tred houden met de digitalisering van de samenleving. Een groeiende tweedeling ligt op de loer tussen hen die wel volwaardig kunnen deelnemen aan de digitale maatschappij en hen die dat niet kunnen. Informatie is niet langer enkel afkomstig van één betrouwbare bron, maar raakt versnipperd, waardoor verschillende waarheden ontstaan. Tegelijkertijd brengt deze nieuwe wereld ons ook veel. De inzet van kunstmatige intelligentie, robots en nanotechnologie zorgen ervoor dat we sprongen maken in de wetenschap én in het dagelijks leven. De vraag is hoe we deze ontwikkelingen kunnen inzetten voor het welbevinden van de hele gemeenschap – en wat bibliotheken daarin kunnen betekenen.
Rol van de bibliotheek
Bibliotheken kunnen in het aangaan van deze maatschappelijke opgaven een doorslaggevende rol spelen. Zij hebben tenslotte als taak burgers zo toe te rusten dat zij volwaardig kunnen deelnemen van de samenleving. Ook bieden bibliotheken vrije toegang tot publieke informatie en spelen zij een gidsrol in het bepalen welke informatie wel en welke niet betrouwbaar is.
Verschillende invalshoeken
In dit dossier belichten we digitaal burgerschap vanuit verschillende invalshoeken, met de relevantie voor bibliotheken als voornaamste focus. We richten ons daarbij zowel op de verre toekomst als op het heden – zodat we kunnen blijven dromen en vooruitkijken, maar het geleerde ook praktisch kunnen toepassen binnen de eigen bibliotheek. Daarbij zoeken we de verbinding met zaken die tijdens het Nationale Bibliotheekcongres aan bod komen, en haken we aan bij de gesprekken die tijdens dat evenement worden gevoerd. Denk bijvoorbeeld aan analyses over de groeiende digitale ongelijkheid, de inrichting van de digitale samenleving en de positie van de burger in een datagestuurde stad, maar ook aan praktische lees-, kijk- en luistertips over digitaal burgerschap en ideeën van belangrijke denkers op dit gebied.
Nooit uitgepraat
Over digitaal burgerschap raken we nooit uitgepraat. Daarom wordt dit dossier continu aangevuld met nieuwe informatie en inzichten. Zo blijven we met elkaar in gesprek over een van de grootste uitdaging van het heden én de toekomst.
De digitale kloof
De samenleving is in rap tempo gedigitaliseerd, maar het lukt bij lange na niet iedereen om het tempo van technologische versnelling bij te houden. Deze technologische versnelling werkt ongelijkheid tussen burgers in de hand. Steeds meer mensen kunnen met moeite omgaan met de enorme toevloed aan informatie en nemen slechts ten dele kennis van ontwikkelingen. Meer mensen trekken zich terug in de persoonlijke informatiebubbel, en de voedingsbodem voor desinformatie en complotdenken groeit. Bibliotheken hebben een rol te vervullen in het zorgen voor digitaal vaardige burgers en gelijke toegang tot betrouwbare bronnen.

Verschillen tussen leeftijden en opleidingsniveaus
Digitale vaardigheden zijn noodzakelijk om succesvol te kunnen deelnemen aan de maatschappij. Nederlanders scoren over het algemeen goed op digitale vaardigheden: 79% van de Nederlanders beschikt over voldoende digitale basisvaardigheden. Dit ligt ruim boven het Europese gemiddelde van 58%. Tussen leeftijdsgroepen en opleidingsniveaus bestaan echter grote verschillen. Met name de vaardigheden van ouderen lopen onderling sterk uiteen. Het gebrek aan digitale basisvaardigheden in de hogere leeftijdsgroepen wordt voornamelijk veroorzaakt door een gebrek aan softwarevaardigheden, zoals het kunnen werken met programma's als Word en Excel (Eurostat, 2019; Rathenau Instituut, 2020).
Bron: CBS, 2019b.
Eén op zes internetgebruikers niet-digivaardig
Hoewel veel Nederlanders het niveau van hun digitale vaardigheden op orde hebben, is dat voor circa 4 miljoen burgers niet hoog genoeg om zelfstandig zaken met de overheid te doen (Bommeljé & Keur, 2013; Israël et al., 2016). Hoewel bijna alle Nederlanders thuis internet hebben en gebruiken, beschikt een deel van hen over te weinig ICT-vaardigheden om er goed mee uit de voeten te kunnen. Dit geldt met name voor internetgebruikers van 65 jaar en ouder en laagopgeleiden (CBS, 2019a-b). Wanneer ook wordt gekeken naar zaken als bewust, kritisch en actief om te gaan met digitale media (mediawijsheid), blijkt een nog grotere groep van ruim 5 miljoen volwassen moeite te hebben om me te komen. En ook op het gebied van mediawijsheid zijn ouderen en mensen met een lagere sociaaleconomische status kwetsbare doelgroepen (Plantinga & Kaal, 2018).
Internet vergroot digitale ongelijkheid
Ouderen, laagopgeleiden en mensen met een lager inkomen hebben een lager niveau op het gebied van digitale vaardigheden. Ook hebben zij een lagere motivatie en negatievere attitude, beschikken zij over minder goede apparatuur om te internetten en maken zij beperkter gebruik van het internet. Juist de groepen die het meest van internetgebruik kunnen profiteren, bijvoorbeeld voor het vinden van werk of het volgen van een opleiding, staan er het slechtst voor. Andersom geldt hetzelfde: hoe meer middelen iemand tot zijn beschikking heeft (zoals inkomen, bezit of een sociaal netwerk), des te meer levert het internet op. Het internet versterkt, kortom, de bestaande digitale ongelijkheid (Van Deursen, 2018).
Steeds meer Nederlanders zoeken digitale hulp
Digitale vaardigheden zijn steeds harder nodig om te kunnen deelnemen aan de maatschappij, bijvoorbeeld om zaken te kunnen doen met de overheid. Het gebruik van de digitale overheid is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Meer dan de helft van de contactmomenten met de overheid verloopt via een digitaal kanaal (Kanne & Löb, 2016). Steeds meer Nederlanders zoeken daarbij digitale hulp. Zo werden bij de Belastingdienst in 2018 53 duizend afspraken voor aangiftehulp gemaakt en kwamen er 769 duizend telefoontjes en 2,8 duizend vragen via sociale media binnen (Belastingdienst, 2019). Daarnaast blijkt uit onderzoek van de Nationale Ombudsman dat een grote groep MijnOverheid-gebruikers niet uit de voeten kan met de Berichtenbox (De Nationale Ombudsman, 2017). Onderzoek in opdracht van Mediawijzer.net toont aan dat het aandeel burgers dat hulp nodig heeft bij digitale diensten zoals DigiD, de Berichtenbox en online belastingaangifte in vergelijking met het gemiddelde bijna twee keer zo groter is onder de kwetsbare doelgroep, die met name bestaat uit ouderen en mensen met een lagere sociaaleconomische status (Plantinga & Kaal, 2018).
Angst voor verdieping digitale kloof
De digitale kloof die ontstaat, dreigt steeds dieper te worden. Wie goed uit de voeten kan met digitale middelen, vindt op die manier sneller een baan, leeft gezonder en heeft toegang tot betrouwbaardere informatie. Wie die vaardigheden niet bezit, dreigt daardoor tussen wal en schip te vallen. De recente coronacrisis versterkt dit effect: deze crisis noodzaakte burgers nog meer online te doen, waardoor het verschil tussen de digitale haves en have nots (of high en low skilled) wordt versterkt.
Landelijke initiatieven streven naar verbetering
Gelukkig is er steeds meer aandacht voor dit probleem. Met de Agenda Digitale Overheid en de Nederlandse Digitaliseringsstrategie zet de overheid breed in op de digitale samenleving, het benutten van kansen en het borgen van rechten. Een adequaat niveau van digitale vaardigheden is een basisvoorwaarde en een van de vijf speerpunten van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie. Ook in het landelijke actieprogramma Tel mee met Taal is aandacht voor digitale vaardigheden. Met de Vervolgaanpak Laaggeletterdheid 2020-2024 heeft de Rijksoverheid extra geld uitgetrokken voor de samenhang tussen taal, rekenen en digitale vaardigheden. In het budget van 85 miljoen euro per jaar is een bedrag van 2 miljoen euro per jaar opgenomen ter bevordering van digitale vaardigheden (Van Engelshoven et al., 2019).
Bibliotheken dragen steentje bij
Het bibliotheekaanbod op het gebied van digitale vaardigheden is de afgelopen jaren sterk geprofessionaliseerd. Vanuit het programma de Bibliotheek en basisvaardigheden boden in 2019 bijna alle bibliotheekorganisaties producten en diensten voor volwassenen rondom digitale vaardigheden aan (99%) en/of e-overheid (90%). De landelijke programma’s Klik & Tik en Digisterker zijn inmiddels verankerd in het aanbod van respectievelijk 94% van de bibliotheken (Van de Hoek & Van de Burgt, 2020). In 2009 bood nog maar de helft van de bibliotheken in alle of tenminste enkele vestigingen internetcursussen aan (Kasperkovitz et al., 2009). Ook komt de komende jaren in elke bibliotheek een Informatiepunt Digitale Overheid (IDO), dat is bedoeld om kwetsbare groepen te helpen bij het gebruik van de digitale overheid. Verder richten steeds meer bibliotheken programma’s rondom mediawijsheid en digitale geletterdheid in, die zijn gericht op het voorkomen van achterstanden. Daarnaast richt het openbarebibliotheeknetwerk zich de komende jaren op haar rol binnen het domein van digitaal burgerschap, zodat de digitale kloof wordt verkleind.
Bron: Van de Hoek & Van de Burgt, 2020.
Bronnen
- Belastingdienst (2019). Feiten en cijfers. Aangifte inkomstenbelasting over 2018.
- Bommeljé, Y. & Keur, P.A. (2013). De burger kan het niet alleen. Digitale dienstverlening die past bij digitale vaardigheden van burgers. PBLQatie 41. Den Haag: Sdu Uitgevers.
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (2019a). ICT, Kennis en economie 2019.
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), StatLine (2019b). Computerkennis en vaardigheid; persoonskenmerken.
- Deursen, A. van (2018). Digitale ongelijkheid in Nederland anno 2018. Enschede: Universiteit Twente, in opdracht van Mediawijzer.net.
- De Nationale Ombudsman (2017). Hoezo MijnOverheid? Onderzoek naar knelpunten voor burgers bij MijnOverheid / de Berichtenbox. Den Haag: Bureau Nationale Ombudsman.
- Digitale Overheid (2020). NL DIGIbeter. Agenda Digitale Overheid.
- Eurostat (2019). E-government activities of individuals via websites. Geraadpleegd op 16-3-2020.
- Engelshoven, I. van, Jonge, H. de, Knops, R. & Ark, T. van (2019). Kamerbrief over plan van aanpak laaggeletterdheid 2020-2024.
- Hoek, S. van de & Burgt, A. van de (2020). Dienstverlening openbare bibliotheken rondom basisvaardigheden voor volwassenen 2019. Den Haag: KB.
- ICTU (2018). Monitor Generieke Digitale Infrastructuur 2017. Den Haag: ICTU, in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Directie Informatiesamenleving en Overheid en Bureau Digicommissaris.
- Israël, F., Kingma, M., Zielman, A. & As, S. van (2016). Aanpak van laaggeletterdheid. Den Haag: Algemene Rekenkamer.
- Kanne, P. & Löb, N. (2016) (Digitale) contacten met de overheid. Amsterdam: I&O Research, in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
- Kasperkovitz, J., van Tits, M. & von der Fuhr, S. (2009). De Leerfunctie van Bibliotheken in Beeld. Kasperkovitz beleidsonderzoek en advies en IVA beleidsonderzoek en advies, in opdracht van de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB).
- Logius (2014). Jaarverslag 2013.
- Logius (2020). Jaarverslag 2019.
- Manifestgroep en openbare bibliotheken (2018). Digitale Inclusie. Ondersteuning voor kwetsbare burgers.
- Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) (2020). Nederlandse Digitaliseringsstrategie.
- Plantinga, S. & Kaal, M. (2018). Hoe mediawijs is Nederland? Onderzoek mediawijsheid. Amsterdam: Kantar Public, in opdracht van Mediawijzer.net.
- Rathenau Instituut (2020). Digitale vaardigheden voor technologisch burgerschap. Geraadpleegd op 16-3-2020.
- Sapulete, S., Asmoredjo, J., Van der Hoff, M. & Zeeman, N. (2019). Monitor actieprogramma Tel mee met Taal 2016-2018. Eindrapport. Rotterdam: Ecorys, in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
- Smit, S. & Camo, D. (2018). Monitor Digitale Basisvaardigheden, 2017-2018. Rotterdam: Next Value Research, in opdracht van de KB.
Schaduwkanten van de digitale samenleving
Het digitale debat kent zowel fervente techoptimisten als felle techpessimisten. Ze verschillen van mening over de vraag of we de rap voortschrijdende digitale ontwikkelingen te vieren of juist te wantrouwen. Daarover hebben de volgende denkers zo hun ideeën: zij zien dat de wereld onherroepelijk veranderd is en zoeken naar manieren om het nieuwe met het goede te combineren. Lees meer over hun kritische gedachten over de ondoorzichtigheid van algoritmes, de pretenties die met de ontwikkeling van artificiële intelligentie gepaard gaan en het techutopisme, dat gelooft dat het menselijk falen kan worden opgelost door onfeilbare technologieën.
Marleen Stikker: het internet is stuk
Het internet is stuk, aldus Marleen Stikker, oprichter van Waag, een leidend Europees onderzoeksinstituut voor technologie en maatschappij. In haar gelijknamige boek schetst Stikker de veelbelovende begintijd van het internet, toen het leek alsof het wereldwijde web nog een democratisch vormgegeven plek zou kunnen worden. De opkomst van techreuzen gooide echter roet in het eten: we worden afgeluisterd, gestuurd, gevolgd, geleefd. Onze persoonlijke soevereiniteit is op het spel komen te staan – en dat hebben we zelf laten gebeuren. Hoe trekken we de macht over ons digitale leven weer naar ons toe? Hoe repareren we het internet? Gelukkig is het daarvoor volgens Stikker nog niet te laat. We kunnen het ontwerp aanpassen, opdat maatschappelijke belangen weer gaan heersen over economische. Dat doen we door het publieke belang centraal te stellen en het te benaderen als commons. Daarin ligt een taak voor de overheid: zij kan door wet- en regelgeving en het bouwen van alternatieven een veilige publieke ruimte garanderen en de Big Tech bestrijden. Ook moet meer aandacht komen voor het stimuleren van een kritisch bewustzijn en een makermindset, bijvoorbeeld via het onderwijs.
Shoshana Zuboff: surveillancekapitalisme
Volgens Shoshana Zuboff leven we in een wereld van surveillancekapitalisme. Grote techbedrijven oogsten informatie over individuen en bieden ons op basis daarvan diensten en producten aan. Die benadering maakt de mens tot niets meer dan een wandelende portemonnee zonder enige vorm van autonomie. En daar helpen we zelf aan mee: door cookies te accepteren, apps te installeren, accounts aan te maken en gebruiksvoorwaarden te negeren. Sturende advertenties en voortdurende tracking van ons digitale én analoge gedrag zijn het gevolg. En steeds meer apparaten worden smart: niet alleen onze telefoon en laptop kijken tegenwoordig met ons mee, maar ook onze televisie, koelkast en oven weten in de nabije toekomst meer over ons dan we denken. Een omgekeerde beweging kunnen we alleen maken door ons bewust te worden van al die afdracht van informatie en ons ertegen te verzetten, betoogt Zuboff. AI is het niet zozeer op persoonlijk vlak te remmen, maar eerder een structureel maatschappelijk probleem dat ook als zodanig moet worden geadresseerd.
Lees het artikel De mens als grondstof van De Groene Amsterdammer over Zuboffs gedachtegoed >
Kriti Sharma: AI for Good
Hoewel AI vaak met angstige ogen wordt bekeken, zet Kriti Sharma deze techologie juist in om de grootste uitdadingen van onze tijd aan te pakken – van huiselijk geweld tot seksuele gezondheid en ongelijkheid. Ze creëerde een digitale metgezel voor Zuid-Afrikaanse vrouwen die te maken hebben met huiselijk geweld. Ook lanceerde ze Dr. Sneha, een digitaal personage dat met jonge mensen in gesprek gaat over hun seksuele gezondheid, een onderwerp dat in India nog steeds als een taboe wordt beschouwd. Zo ontstaan mensvriendelijke algoritmen, die lijnrecht staat tegenover het gebrek aan diversiteit waarmee AI-technologie normaal gesproken is behept.
Bekijk de TEDtalk van Kriti Sharma en het interview met Biebapalooza >
Cathy O'Neil: Weapons of Math Destruction
In haar boek Weapons of Math Destruction onderzoekt de Amerikaanse wiskunde Cathy O’Neil de invloed van het gebruik van big data en algoritmes op allerlei gebieden in ons leven, waaronder verzekeringen, reclame en het onderwijs. Haar conclusie: algoritmen – hoewel vaak gezien als neutrale wiskundige instrumenten - vergroten de kloof tussen de haves en de have-nots. Ze trekken de rijken voor en benaderen de armen, versterken racisme en vergoten ongelijkheid. Als voorbeeld van zo’n discriminerend effect noemt ze de arme student die geen lening kan krijgen omdat dat op grond van zijn postcode te riskant wordt gevonden, waardoor het onderwijs dat hem uit zijn beperkte leefwereld kan trekken hem wordt ontzegd. Deze vicieuze cirkel moeten we volgens O’Neil doorbreken. Ze roept de bouwers van deze algoritmen op meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun producten en vraagt beleidsmakers met klem het gebruik ervan te reguleren.
Brittany Kaiser: De datadictatuur
Brittany Kaiser mag met recht een insider in de datadictatuur worden genoemd: ze was directeur bij Cambridge Analytica, het bedrijf dat op Facebook op grote schaal gegevens verzamelde van gebruikers en hun vrienden. Adverteerders konden deze data tegen betaling gebruiken om hun advertenties nog beter af te stemmen op hun doelgroep. Dat klinkt onschuldig, maar niets is minder waar: op die manier zorgde Cambridge Analytica ervoor dat miljoenen mensen werden gemanipuleerd in hun gedachten en gedrag, leidend tot andere aankopen, handelingen en keuzes in het stemhokje. Was Groot-Brittannië zonder deze data wel uit de Europese Unie gestapt? Had Donald Trump ooit de Amerikaanse verkiezingen kunnen winnen? Na het grote privacyschandaal rondom Facebook kwam het bedrijf in het voorjaar van 2018 ten val – mede door klokkenluider Brittany Kaiser. In De datadictatuur. Hoe je wordt gemanipuleerd in wat je doet, denkt en stemt vertelt zij hoe zij als jonge, ambitieuze, idealistische vrouw verstrikt raakte in het wereldwijde web van dataverzameling, data-analyse en dataverkoop, en wat haar verhaal ons kan leren over digitale privacy.
Platform Bescherming Burgerrechten: overheidsinformatie
Begin 2018 daagden schrijvers Maxim Februari en Tommy Wieringa, in navolging van een groep burgers, de Nederlandse staat voor de rechter. Zij verzetten zich tegen de verzameling van gegevens over burgers door de overheid. Het Rijk gebruikt zulke informatie bijvoorbeeld om te voorspellen hoe groot de kans is dat iemand zal frauderen, zodat diegene extra in de gaten kan worden gehouden. Tegen deze Systeem Risico Indicatie (SyRI), die sinds 2014 door de overheid wordt gebruikt, kwam het Platform Bescherming Burgerrechten in opstand. De burger is tenslotte niet op de hoogte van de selectie van deze gegevens en de manier waarop wordt vastgesteld wie wel en wie geen risico vormt. Zij wisten zich gesteund door Stichting Privacy First en het Nederlands Juristencomité voor de Mensenrechten. Ook de Raad van State en het toenmalige College Bescherming Persoonsgegevens hadden bij de inwerkingstelling van het systeem al bezwaren.
Ga naar de website van het Platform Bescherming Burgerrechten >
Publieke waarden en technologisch burgerschap
De technologische vernieuwingen die onze samenleving in een hogere versnelling hebben gebracht, roepen nieuwe vragen op over de manier waarop we onze samenleving willen inrichten. Het Rathenau Instituut, gericht op vraagstukken rond wetenschap, technologie en innovatie, publiceerde meerdere rapporten over de gevolgen van de digitale samenleving en wat zij ‘technologisch burgerschap’ noemt. De digitale werkelijkheid moet worden geüpgraded: zij moet worden gevormd op basis van publieke waarden, zodat iedereen kan deelnemen, en zodat technologie wordt ingezet ter verbetering van de samenleving als geheel. Ook vanuit burgers is een upgrade nodig, om ervoor te zorgen iedereen de kans heeft om in gelijke mate te profiteren van de technologische vooruitgang.

Technologisering van de samenleving
De samenleving is in rap tempo gedigitaliseerd en geglobaliseerd. Het internet wordt ook wel de vierde industriële revolutie genoemd. Inmiddels evolueren we richting een super smart society 5.0. Techniek geeft vorm aan hoe we handelen en de wereld begrijpen. Techniek verbindt ons met de wereld met ons heen. Desalniettemin lopen regelgeving en beleid achter op de snelheid van deze technologische innovaties. Daardoor komen democratische waarden onder druk te staan. Waarden als autonomie, transparantie en privacy zijn van wezenlijk belang voor het functioneren van een democratie. Juist die waarden zouden door het klakkeloos implementeren van technologie in het gedrang kunnen komen.
Stroom aan data
In een digitale wereld werken dingen anders dan in de werkelijkheid zoals we die voorheen kenden. Privacy, bijvoorbeeld, betekent niet alleen dat achter je voordeur niemand meekijkt, maar ook dat je je in de publieke ruimte, op straat, vrij kunt bewegen zonder dat al je bewegingen en tussenstops worden gevolgd en gebruikt om je de volgende keer een bepaalde kant op te sturen. En toch vinden we het in de online wereld vrij normaal dat over al onze bewegingen, onze vragen en onze aankopen, gegevens worden bijgehouden. Gegevens waarvan we niet eens helder hebben waaróm ze verzameld worden, door wie, en aan wie ze worden doorgegeven. Met alle bewegingen die we maken, alle aankopen die we doen, elk bericht dat we aanklikken, laten we gegevens achter. Die berg aan ongestructureerde gegevens en onnavolgbare datastromen noemen we big data.
Meer toepassingen van AI
Met de opkomst van big data lijkt de toepassing van AI eveneens in een stroomversnelling te zijn geraakt. Om iets van deze gegevensbrij te kunnen maken, vertrouwen we op het gebruik van slimme algoritmes om patronen en verbanden te vinden die we met het blote oog niet meer zien. Algoritmes laten ons de wereld op een nieuwe manier begrijpen. Kunstmatige intelligentie of artificial intelligence (AI) is geen sciencefiction, het is allang overal om ons heen. Denk aan algoritmen die de prijs van een overnachting bepalen, aanbevelingen voor het kijken van bepaalde series, het doen van aankopen, de berichten die verschijnen in je newsfeed, de spamfilters in je mailbox.
Uitvergroten van menselijke zwakheden
AI wordt toegepast op steeds meer terreinen, van zorg tot handhaving, van cultuur tot rechtspraak. Het inzetten van AI helpt om processen beter te laten verlopen, maar het gaat nog lang niet altijd goed. Het is duidelijk dat AI de tekortkomingen van mensen, zoals een bepaalde vooringenomenheid en selectieve waarneming, kan uitvergroten en scheeftrekken. Denk aan de discriminerende sollicitatierobot van Amazon, die nieuw personeel selecteerde op basis van de eigenschappen van de vooral mannelijke werknemers die al bij het bedrijf in dienst waren. Of wat dacht je van Microsofts chatbot Tay, die binnen een dag transformeerde in een twitterbot vol racistische, seksistische uitlatingen? Vanuit het oogpunt van inclusiviteit moeten we ervoor zorgen dat die algoritmes die we gebruiken niet alleen op de goede manier zijn ontworpen, maar dat ze vooral goed worden ingebed in de praktijk.
Governance versterken
Langzaamaan begint het besef te ontstaan dat we met elkaar – overheid, toezichthouders, bedrijfsleven en burgers – moeten nadenken over de samenleving die we wensen, en hoe we binnen die samenleving omgaan met de gevolgen van dataficering. In het rapport Opwaarderen. Borgen van publieke waarden in de digitale samenleving (Rathenau Instituut, 2017) worden de fundamentele vragen uiteengezet die de digitalisering van de samenleving oproept. Het Rathenau Instituut roept op om publieke waarden te borgen door de governance over maatschappelijke en ethische aspecten van digitalisering te versterken.
Technologisch burgerschap
Daarnaast is een upgrade van burgers nodig om te voorkomen dat de ongelijkheid tussen digitaal vaardigen en digibeten toeneemt. Het Rathenau Instituut spreekt in dit kader van technologisch burgerschap: wat moeten we als burgers en professionals weten over AI? Technologisch burgerschap gaat over het kunnen gebruiken van technologie voor je persoonlijke en professionele leven, over weerbaarheid en bewustzijn van de werking van technologie en sociale media én over de institutionele kaders waarbinnen burgers en professionals mogen meepraten over het ontwerp en gebruik van technologie.
Immersieve technologie
De nieuwste technologie zit letterlijk steeds dichter op de huid. Denk aan wearables, toepassingen van virtual reality (VR), gezichtsherkenning en spraaktechnologie. Met de doorbraak van deze immersieve technologieën gaat de digitale samenleving een nieuwe fase in. De fysieke en digitale wereld raken meer dan ooit met elkaar verknoopt. Nu gaat het debat nog over privacy en veiligheid, maar er is meer in het geding. Dankzij VR, augmented reality (AR) en spraaktechnologie zal het onderscheid tussen de ‘echte’ wereld en de virtuele werkelijkheid steeds meer vervagen. Daarmee komen ook waarden als gelijke behandeling, menselijke waardigheid en gelijke machtsverhoudingen in het geding.
- Ontwerpeisen aan de samenleving
-
De urgente maatschappelijke en politieke vragen die dit oproept, zijn voor het Rathenau Instituut aanleiding geweest voor het opstellen van een nieuw manifest, waarin tien ontwerpeisen zijn opgesteld aan de digitale samenleving van morgen, die vragen om actie van de overheid, bedrijven en burgers. Een van de eisen gaat uit van bescherming tegen manipulatie en beïnvloeding. De intieme gegevens die bedrijven verzamelen, geven hun bijvoorbeeld tal van inzichten in iemands gedrag en voorkeuren. Dit biedt nieuwe mogelijkheden voor gerichte reclames, die op een direct en onbewust niveau kunnen inspelen op iemands voorkeuren, maar ook mogelijkheden om deep fakes in te zetten voor beïnvloeding en manipulatie.
De rol van de bibliotheek
Zien bibliotheken voor zichzelf een rol in deze ontwikkelingen weggelegd? Het is tenslotte hun taak om toegang te bieden tot offline én online informatie. Daarbij hoort ook het aanleren van de vaardigheden om te kunnen deelnemen aan de digitale samenleving. Dat houdt onder meer in dat bibliotheken burgers bewust kunnen maken van rechten en risico’s, maar ook dat bibliotheken hun eigen rol kritisch bezien. Hoe om te gaan met de inzet van AI? Hoe kunnen privacy en anonimiteit van bezoekers gewaarborgd blijven? Hoe zorgen we ervoor dat de publieke ruimte die de bibliotheek is, dat ook blijft, inclusief en pluriform? Een concrete stap is het ervoor zorgen dat iedereen basale kennis heeft van technologische ontwikkelingen en AI, zowel binnen de eigen organisatie als voor burgers die gebruikmaken van de bibliotheek. Dat kan bijvoorbeeld door het laten zien van wat er speelt, online en in de bibliotheek.
- Voorbeelden uit de bibliotheeksector
-
Data Detox Kit
Met de Data Detox Kit volg je een achtdaagse kuur, waarbij je elke dag een onderdeel van je digitale persoonlijkheid behandelt. Het doel is niet om je smartphone en sociale media minder te gebruiken, maar om er bewuster gebruik van te maken. De Data Detox Kit is een initiatief van het Fries Bibliotheken Netwerk.The Glass Room
Hoeveel (persoonlijke) data wordt er verzameld en wat gebeurt daarmee? De Glass Room, een tijdelijke tentoonstelling gericht op jongeren vanaf 10 jaar, maakt dit inzichtelijk. Het zet aan tot gesprekken over privacy en data delen en leert te doorzien wat het verband is tussen dataverzameling en nepnieuws. Ook maken bezoekers kennis met praktische tools om hier zelf meer grip op te krijgen, zoals de Data Detox Kit. Deze tentoonstelling was te zien in bibliotheken in Amsterdam en Leeuwarden. Ook werden bibliotheekmedewerkers getraind.
Dit artikel is grotendeels gebaseerd op rapporten van het Rathenau Instituut. Wie zich meer wil informeren over de impact van technologie op de samenleving, bevelen we sterk aan deze rapporten te lezen.
Bronnen
- Diggit Magazine (2019). Professor José van Dijck on Roday’s ‘Platform Society’. Geraadpleegd op 8-1-2021.
- Est, R. van & Gerritsen, J. (2017). Human Rights in the Robot Age. Challenges Arising from the Use of Robotics, Artificial Intelligence, and Virtual and Augmented Reality. Den Haag: Rathenau Instituut.
- Kennisnet (2018). Interview José van Dijk.
- Kool, L. (2020). Publieke waarden en de slimme stad.
- Kool, L., Timmer, J., Royakkers, L. & Est, R. van (2017). Opwaarderen. Borgen van publieke waarden in de digitale samenleving. Den Haag: Rathenau Instituut.
- Rathenau Instituut (2020). Rathenau Live 2020. Geraadpleegd op 8-1-2021.
- Rathenau Instituut (2020). Rathenau Manifest. Stel nu 10 ontwerpeisen aan de digitale samenleving van morgen. Geraadpleegd op 8-1-2021.
- Waag Society (2019). Datasamenleving en democratie. Geraadpleegd op 8-1-2021.
Digitale kennis op Bibliotheekinzicht
Bibliotheekinzicht presenteert feiten en cijfers over Nederlandse bibliotheken, ook op digitaal gebied. Een overzicht van de artikelen over digitale zaken, waaronder digitale vaardigheden, de digitale overheid en opgroeien met digitale media.
De bibliotheek en digitale vaardigheden
Digitale vaardigheden worden de afgelopen jaren steeds noodzakelijker om succesvol te kunnen deelnemen aan de maatschappij. Toch is een deel van de Nederlandse bevolking onvoldoende digitaal vaardig. Dat versterkt ongelijkheid tussen jong en oud, hoog- en laagopgeleiden en mensen met een hoog en een laag inkomen. Overheidscommunicatie vindt tegenwoordig bijvoorbeeld steeds meer via het internet plaats. De overheid zet daarom in op digitale vaardigheden, onder meer in samenwerking met bibliotheken.
De bibliotheek en de digitale overheid
De bibliotheek wil leden en bezoekers zo goed mogelijk begeleiden bij het gebruik van de digitale overheid. Dit sluit aan bij de ontwikkeling de klassieke uitleenbibliotheek naar de brede maatschappelijke bibliotheek, die ook op lokaal niveau helpt digitale informatie te ontsluiten. Deze begeleiding krijgt onder meer vorm in de structurele samenwerking met de Belastingdienst, de aanwezigheid van informatiepunten en deelname aan het programma rondom digitale inclusie.
Opgroeien met digitale media
Digitale media winnen aan populariteit – ook onder kinderen en jongeren. Zij gebruiken deze apparaten vooral om te communiceren met anderen, maar ook muziek- en videoapplicaties en games zijn populair. Ook worden tablets, laptops en smartphones en andere elektronica steeds meer ingezet in het onderwijs. In tegenstelling tot veelgehoorde angsten verdringen digitale media het papier niet: het een gaat niet ten koste van het ander. Ook andere zorgen, zoals digitaal geweld en pesten, zijn niet altijd terecht: jongeren zijn zich vaak goed bewust van de risico’s.
Leesbevordering in een veranderende leescultuur
Steeds minder mensen lezen. Met name het percentage jeugdlezers daalt. Hoewel de meeste lezers de voorkeur houden voor papier, is ook digitaal lezen in opkomst. Het boek wordt ook via nieuwe wegen gepromoot, zoals via literaire festivals en vlogs. Zo ontstaan ook nieuwe vormen van literatuur, die niet per se het boek als drager hebben. De grens tussen schrijver en lezer vervaagt. Het collectie- en programma-aanbod van de bibliotheek speelt in op deze ontwikkelingen.
Leestips
Er valt genoeg te lezen, kijken en luisteren over digitaal burgerschap. Vergaap je bijvoorbeeld aan een twaalf uur durende talkshow over vijftig jaar world wide web, duik in de schaduwkant van de internetsamenleving, luister je wijzer over privacy en denk mee over ethiek, wereldeconomie en nieuwe technologieën.
Huib Modderkolk: Het is oorlog maar niemand die het ziet
Zes jaar lang deed onderzoeksjournalist Huib Modderkolk onderzoek naar de schaduwkant van internet. Iedere ontdekking riep nieuwe vragen op. Wie leest mee met onze appjes? Hoe ver reiken de tentakels van Nederlandse veiligheidsdiensten? Wat betekent het als staten internet gebruiken om te controleren en te saboteren? In Het is oorlog maar niemand die het ziet laat Modderkolk zien hoe kwetsbaar een samenleving is die steeds meer vertrouwt op techniek. Nieuwsgierig geworden? Luister ook naar het thuisgesprek dat de KB met hem voerde.
Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis: Je hebt wél iets te verbergen. Over het levensbelang van privacy
In Je hebt wél iets te verbergen laten onderzoeksjournalisten Maurits Martijn (1981) en Dimitri Tokmetzis (1975) zien waarom privacy het meest bedreigde mensenrecht van onze tijd is. Grote techbedrijven weten alles over ons doen en laten: Facebook is ervan op de hoogte bij wie we op bezoek gaan, Apple houdt bij hoelang we blijven, Samsung hoort wat we zeggen en Google wist zelfs al dat we dit bezoek hadden gepland. Martijn en Tokmetzis leggen bloot welke gegevens burgers allemaal weggeven aan welke instanties en welke ingrijpende gevolgen dat heeft.
Christian Madsbjerg: Filosofie in een tijd van big data
Algoritmes en big data zijn niet de ultieme bron voor succes, laat Christian Madsbjerg, filosoof en politiek wetenschapper, in Filosofie in een tijd van big data zien. Hoewel we onze persoonlijke en zakelijke beslissingen er steeds meer op baseren, moeten we uiteindelijk juist uitgaan van menselijke betekenisgeving. Kunst en filosofie kunnen ons in dit proces helpen. Aan de hand van sprekende voorbeelden laat Madsbjerg zien dat de wereld uit meer bestaat dan een serie algoritmes. Vanuit zijn ervaring als adviseur toont hij aan dat de meest succesvolle businessbeslissingen gebaseerd zijn op het vermogen de wereld buiten het kantoor te duiden. Menselijkheid in een wereld van big data is daarom onmisbaar.
Jan Willem van Wessel: AI en de bibliotheek
Kunstmatige intelligentie en de bibliotheek – je zou denken dat weinig begrippen verder uit elkaar liggen dan die twee. De bibliotheek staat voor eeuwen van gestolde, door mensen gecureerde kennis. AI bestaat nauwelijks een paar decennia en gaat over machines die razendsnel leren, informatie verwerken, analyseren en verbanden zien. De bibliotheek is altijd de onbetwiste autoriteit geweest op het gebied van het ordenen van informatie en het beschikbaar maken van kennis. Kunstmatige intelligentie daarentegen wordt zowel verheerlijkt als verketterd en levert resultaten die niet door iedereen op dezelfde waarde worden geschat. In een serie blogs staat Jan Willem van Wessel, hoofd van de sector Verwerking en Behoud (V&B) van de KB, stil bij dit markante duo.
Terugkijken op het Nationale Bibliotheekcongres
Ook het Nationale Bibliotheekcongres van 2021 was volledig gewijd aan digitaal burgerschap. Hieronder vind je een selectie van de sessies die tijdens deze dag te zien waren. Met onder meer een inkijkje in de gedachten van internetpionier Marleen Stikker, verdiepingstracks over de rol van data in onze samenleving en stadssafari’s door het hele land. Bekijk hier alle door de KB verzorgde sessies op het congres.
Digitaal burgerschap door de ogen van Marleen Stikker
Volgens Marleen Stikker, Waag-directeur en auteur van het boek Het internet is stuk, moeten we begrijpen hoe de digitale wereld werkt om grip te houden op ons eigen leven. Aan de hand van negen filmfragmenten vertelt zij waar het in haar ogen schuurt in onze digitale wereld. Vervolgens reikt ze middelen aan om samen te bouwen aan inzicht en handelingsperspectief. Journalist en auteur Tracy Metz navigeert samen met Stikker door dit spannende digitale landschap, waarbij ze onderweg zaken als het publiek domein, artificial intelligence en de maker mindset tegenkomen.
Bieb-a-palooza: De Makermindset
Volgens Marleen Stikker kunnen we het belang van een makermindset niet onderschatten: het is een uitnodiging voor iedere burger om met diens eigen ideeën aan de slag te gaan. Ook in openbare bibliotheken speelt dit gegeven, onder meer in de vorm van makerplaatsen en leerprogramma’s. Wat is nodig om de volgende stap te zetten? En kunnen we hier – eventueel samen met het onderwijs – toekomstbestendig beleid op maken? In gesprek met Robin Verleisdonk (directeur Bibliotheek Helmond-Peel), lector Peter Troxler en Andrea Rhodenborgh (onder andere programmeur Onderwijs en Bibliotheken bij medialab SETUP in Utrecht).
Bieb-a-palooza: Bibliotheken en desinformatie
Hoewel desinformatie van alle tijden is, spelen opzettelijk misleidende informatie en nepnieuws een steeds grotere, negatieve rol in onze samenleving. Onderzoek van de EU wijst uit dat 83% van de voor het onderzoek bevraagde Europeanen nepnieuws als een bedreiging voor de democratie beschouwt. Toch beheerst niet iedereen de vaardigheden om door het informatielandschap te navigeren, feiten te checken en kritisch te zijn op desinformatie. Wat is de rol van bibliotheken op dit vlak? Dienen zij een gidsrol te vervullen? En vraagt de veranderende samenleving om neutraliteit of juist om een activistische houding? In gesprek met Frank Huysmans (Bijzonder hoogleraar bibliotheekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam) en Ruben Brave (Internetpionier, bestuurslid van Internet Society Nederland en oprichter van academische businessincubator Entelligence).
Verdiepingstrack: De rol van AI voor het vak van bibliothecaris
Het belang van kunstmatige intelligentie neemt toe, ook voor bibliotheken. Wat betekent dat voor de kennis en vaardigheden van medewerkers? En zijn daarin parallellen waar te nemen met de journalistiek? Astrid Feiter ging hierover in gesprek met bibliotheekgoeroe David Lankes (University of South Carolina), Jan Willem van Wessel (sectorhoofd Innovatie & ICT bij de KB) en Yael de Haan (lector Kwaliteitsjournalistiek in Digitale transitie aan de Hogeschool Utrecht).
Verdiepingstrack: Grip op data
We laten doorlopend een dataspoor achter. Wij zouden daar zelf meer zelf grip op moeten hebben, zeggen beleidsmakers. Dat is een mooi streven, maar is het ook te realiseren? En wat is de rol van bibliotheken daarin? Onderzoek naar die rol is nog weinig gedaan, terwijl sommige bibliotheken wel degelijk naar die rol zoeken. Stadssocioloog en industrieel ontwerper Emiel Rijshouwer (Erasmus Universiteit, Centre for BOLD Cities) vertelt hoe je als burger de grip op data behoudt en terugkrijgt. Aan de hand van praktijkvoorbeelden laat hij zien wat werkt – en wat nog niet – en welke rol bibliotheken kunnen spelen in deze ontwikkeling. Ook Miriam van den Beemt (projectleider Monitor van de Stad bij de Bibliotheek Midden-Brabant) en Antoine Gribnau (adviseur Geo-informatie en Open Data bij de Gemeente Den Haag) schuiven aan om vanuit het perspectief van bibliotheek en gemeente te vertellen over het gebruik van data in de praktijk.
Verdiepingstrack: Publieke waarden in de digitale samenleving
De technologische vernieuwingen die onze maatschappij in een hogere versnelling hebben gebracht, roepen nieuwe vragen op over de manier waarop we onze samenleving willen inrichten. Welke persoonlijke en maatschappelijke gevolgen heeft digitale technologie? Wat betekent dat voor bibliotheken? Hoe kunnen zij burgers vaardiger maken? Linda Kool (themacoördinator Digitale Samenleving, Rathenau Instituut) en Valerie Frissen (directeur SIDN fonds en bijzonder hoogleraar Digital Technologies & Social Change) buigen zich over deze belangrijke vragen. Aan de hand van een aantal praktische voorbeelden schetsen zij de belangrijkste vraagstukken rondom technologisch burgerschap en hoe we daarmee als samenleving kunnen omgaan.
Stadssafari’s
Het Nationale Bibliotheekcongres bleef niet op één plek: via de verschillende stadssafari’s kreeg de bezoeker zicht op ontwikkelingen rondom digitaal burgerschap die overal in Nederland plaatsvinden. Zo kregen we bijvoorbeeld een inkijkje in het werk van mediakunstenaar Roos Groothuizen, die zoekt naar de menselijke kant van technologie. Ook stonden we stil bij de vraag in hoeverre burgers worden beïnvloed door datastromen en of technologische vooruitgang ook automatisch maatschappelijke vooruitgang betekent.
Napraten met Lily Knibbeler
Het Nationale Bibliotheekcongres is niet compleet zonder een afsluiting van KB-directeur Lily Knibbeler. Samen met presentator Tracey Metz en curator Marleen Stikker kijkt zij terug op een inspirerende dag voor aanwezigen uit het bibliotheekveld en daarbuiten. Haar vraag aan Stikker of KB een beroep mag doen op de ontwikkeling van een programma rondom digitaal burgerschap voor de hele sector, sluit mooi aan bij de programmalijn digitaal burgerschap die momenteel wordt ontwikkeld.
Kunst en de digitale samenleving
Kunst kan ons helpen te reflecteren op de actualiteit – ook op de ontwikkelingen rondom digitaal burgerschap. Maak kennis met kunstenaars die ons helpen op een andere manier te kijken naar en een beeld te vormen van wat er gebeurt met de digitale wereld om ons heen.
Roos Groothuizen: menselijke kant van techniek
Technologie wordt steeds onzichtbaarder. Het wordt lastiger en lastiger om de omvang te begrijpen. Aan de ene kant maakt dat het mysterieus en magisch, maar aan de andere kant worden er ook veel ethische aspecten onder het kleed geveegd. Mediakunstenaar Roos Groothuizen probeert de menselijke kant van technologie tastbaar te maken. Ze onderzoekt de betekenis hiervan en brengt ze in kaart met interactieve installaties. Daarbij richt ze zich vooral op onze digitale rechten in een steeds verder digitaliseerde samenleving. Sinds augustus 2018 is zij artist in residence bij het Rathenau Instituut. Daar werkt zij aan een nieuw project over augmented reality, waarbij ze mensen in een ongemakkelijke positie probeert te brengen om hun bewustzijn over AR te vergroten.
Tijmen Schep: privacyvriendelijke elektronica
De apparaten in ons huishouden worden steeds slimmer, mede dankzij hun connectie met het internet. Maar wat gebeurt er precies met de data die op die manier worden verzameld? Steeds vaker blijkt dat de fabrikanten van die elektronica de informatie die ermee wordt verzameld doorverkopen aan andere partijen. Bovendien bestaat het risico dat apparaten worden gehackt, waardoor de gebruiker de controle verliest. Tijmen Schep ontwerpt alternatieven voor al die slimme spullen, zoals smarthomesysteem Candle, waarmee hij de Nederlandse Privacy Award won. Waar de meeste slimme lampen, sloten, thermostaten en stofzuigers persoonlijke data opslaan op buitenlandse servers, blijft de informatie van deze apparaten binnenshuis. Ook viel hij in de prijzen met How Normal Am I?, een website waarmee je kunt nagaan hoe kunstmatige intelligentie jouw gezicht beoordeelt.
Refik Anadol: schilderen met data
Kunstenaar Refik Anadol werkt niet met penselen of klei. Zijn betoverende en dynamische installaties ontstaan door big data en algoritmes, die hij een eigen kleur en plek in de ruimte geeft. Hij maakt daarbij gebruik van machine learning, bijvoorbeeld door een computer miljoenen beelden van New York te clusteren en op die manier driedimensionale indrukken te creëren van gebouwen, pleinen en het Vrijheidsbeeld.
Aaron Koblin: bewegingen en communicatie
Ook kunstenaar Aaron Koblin is gespecialiseerd is in data en digitale technologieën. Hij staat met name bekend om zijn innovatieve gebruik van datavisualisatie en zijn baanbrekende werk op het gebied van crowdsourcing en interactieve films. Koblin gelooft dat data ons niet verder van de wereld vervreemden, maar ons juist menselijker kunnen maken. Hij werd bijvoorbeeld beroemd met zijn project Flight Patterns, dat elke vlucht van een luchtvaartmaatschappij over Noord-Amerika in een periode van 24 uur visualiseert. Op eenzelfde manier bracht hij het aantal verstuurde sms’jes in Amsterdam door het hele jaar heen in kaart – met pieken op Koningsdag en Oud & Nieuw. De projecten maken op een aantrekkelijke manier inzichtelijk hoe we communiceren en ons over de wereld verspreiden.
Nathalie Miebach: data als muziekstuk
Kunstenaar Nathalie Miebach gebruikt weergegevens van zware stormen en maakt daar visuele sculpturen van, gemaakt van riet en gekleurde kralen. Deze sculpturen, nauwkeurig gebaseerd op weertemperaturen, windsnelheden en waterpatronen, worden vervolgens muzikale partituren die door een strijkkwartet worden gespeeld. Zo gebruikt ze kunst en muziek om gegevens zowel tastbaar als hoorbaar te maken.
Golan Levin: interactieve datakunst
Golan Levin betrekt kijkers bij zijn kunst. Wanneer zij een geluid maken, reageert het kunstwerk door de toon om te zetten in woorden en vormen. Als zij een bepaalde houding aannemen, creëren ze daarmee een vorm die loskomt van hun lichaam. Zo onderzoekt hij de kleur en vorm die de menselijke expressie kan krijgen. Zo krijgt ook non-verbale communicatie een eigen uiterlijk. Levins werk was te ervaren in tentoonstellingen over de hele wereld.
David McCandless: schoonheid van data
Kunnen infographics visueel aantrekkelijk en begrijpelijk tegelijkertijd zijn? De Britse datajournalist David McCandless vindt van wel. Hij creëerde Information is Beautiful, een blog waarop hij laat zien hoe mooi data kunnen zijn. Zo mooi dat vooraanstaande musea als het Tate Britain in Londen en het Museum of Modern Art (MoMA) in New York zijn werk tentoonstelden. Met zijn simpele en toch kunstzinnige visualisaties legt hij verbanden en patronen bloot, en geeft hij onze hersenen rust in tijden van een overvloed aan informatie. En dat terwijl aan zijn ontwerpen complexe datasets ten grondslag liggen, zoals de wereldwijde uitgaven aan het leger, mediagebruik en het aantal geplaatste statusupdates op Facebook.
Julia Janssen: de waarde van één klik
De klik van je muis duurt maar 0,0146 seconden. In die ultrakorte tijd kun je grote beslissingen nemen. Denk bijvoorbeeld aan het accepteren van gebruikersvoorwaarden: vaak ellenlange lappen tekst, die je juist uren zouden kosten om allemaal door te lezen. Toch geef je met het accepteren van die voorwaarden vaak aan dat je het goed vindt dat jouw data voor allerlei doeleinden worden gebruikt. Het is dat contrast dat kunstenaar Julia Janssen centraal stelt in 0.0146 seconds: een collectieve read out loud performance waaraan iedereen kan deelnemen. In het boek One Click verzamelde Janssen de 835 privacy policies die een bezoeker aan http://www.dailymail.co.uk met één klik accepteert door op ‘Got it’ te drukken. Met het boek en de bijbehorende performances doet de kunstenaar een oproep de doordraaiende raderen van de dataeconomie tot stilstand te brengen en ons weer controle te geven over onze persoonlijke informatie.
re:connect: verbeeldingen van de toekomst
De opkomende beweging van datakunst vraagt natuurlijk om speciale exposities. Tijdens re:connect toverden kunstenaars de Janskerk om tot digitale kunstexpositie, met werken die de toekomst van technologie verbeelden. Het evenement was onderdeel van Kerk en Kunst, een project waarbij een hele maand kerken in Nederland het toneel zijn voor culturele programma's. Met de Janskerk als locatie onderzocht re:connect hoe interactieve werken van jonge kunstenaars, letterlijk en figuurlijk, nieuw licht kunnen werpen op de kerk. In totaal waren tijdens re:connect twaalf werken te zien, waaraan meer dan 25 kunstenaars hadden meegewerkt.
Dries Depoorter: afhankelijk van technologie
Dries Depoorter is een Belgische kunstenaar die zich bezighoudt met thema’s als privacy, kunstmatige intelligentie, surveillance en sociale media. Met zijn interactieve installaties, apps en games maakt hij ons bewust van onze afhankelijkheid van technologie: van de camera’s die ons in de gaten houden tot de sociale media waarop we het liefst zo veel mogelijk likes verzamelde. Hij vergaarde wereldwijze bekendheid met Tinder In, een project waarbij hij de profielfoto’s van dezelfde mensen van LinkedIn en Tinder naast elkaar zette. Nog meer fans kreeg hij dankzij de ontwikkeling van de app Die with Me, waarbij mensen wier telefoon minder van vijf procent batterij heeft bij elkaar in een groepschat worden gezet om samen op hun digitale einde af te koersen. Met Quick Fix leidde hij Instagram om de tuin: wie in dit apparaat een paar euro gooit, krijgt er met dank van een leger aan nepaccounts binnen een paar minuten enkele honderden volgers bij.
Data verzamelen voor het goede doel
Steeds meer dringt het bewustzijn door dat door allerlei digitale toepassingen grote datastromen over mensen worden verzameld. Enerzijds leidt dat bij een groeiende groep mensen in de samenleving tot wantrouwen, anderzijds neemt ook het besef toe dat dit juist kan uitpakken in het voordeel van de burger. Hieronder vind je enkele toepassingen die laten zien hoe data kunnen helpen bij het oplossen van vraagstukken – mits ze goed worden gebruikt.
Fietskoeriers: betere arbeidsvoorwaarden
Tijdens de coronacrisis werd eens te meer duidelijk hoe kwetsbaar werknemers zonder vast dienstverband zijn. Ook onder fietskoeriers vielen harde klappen – een beroep dat normaal gesproken al niet op goede arbeidsomstandigheden kan rekenen: de fietsers gaan onverzekerd op pad, zonder de garantie op werk, en rijden voor een mager loon rond op hun eigen fiets. Een groep fietskoeriers in Madrid besloot de software die normaal gesproken door hun werkgevers wordt gebruikt om hen zo snel mogelijk van A naar B te laten rijden te herprogrammeren, zodat die in hun eigen voordeel werkt: nu konden ze zelf een bedrijf opstarten waarin de werkdruk minder hoog lag. Binnen hun eigen cooperative, Coopcycle, kunnen zij werknemers bovendien wel voorzien van een goed salaris en sociale zekerheid, omdat ze geen geld hoeven af te dragen grote commerciële tech companies. Inmiddels hebben zij navolging gekregen in verschillende landen in Europa.
Samen op pad: toegankelijker voor mensen met een beperking
Gemeenten beschikken over grote hoeveelheden informatie, die van burgers van grote waarde kunnen zijn. In dat kader werken de gemeenten Capelle aan den IJssel, Den Haag, Rotterdam en Zoetermeer gezamenlijk aan het project ‘Samen op pad’, met als doel digitale informatie zo te gebruiken dat deze steden beter toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Zo kunnen zij bijvoorbeeld inzichtelijk maken waar in de stad invalideparkeerplaatsen zijn en welke gebouwen gemakkelijk toegankelijk zijn voor mensen met een rolstoel. Deze data verzamelen veel gemeenten al, maar door deze publiekelijk toegankelijk te maken, vergroten zij de kwaliteit van leven voor een grote groep burgers.
Snuffelfiets: fietsend meetnetwerk
Nederland is een fietsland. Toch zijn er nog veel minder gegevens beschikbaar over fietsen dan over andere voertuigen, zoals de auto. Daardoor blijft fietsen vaak onderbelicht in het algemene mobiliteitsbeleid. Het feit dat er de laatste jaren meer aandacht is gekomen voor de fiets, zorgt ervoor dat meerdere maatschappelijke uitdagingen kunnen worden aangepakt – niet alleen op het gebied van verkeer, maar ook wat betreft luchtkwaliteit, volksgezondheid, participatie en geluksbeleving. Met Snuffelfiets kunnen fietsers bijdragen aan die oplossingen door samen mobiele data te verzamelen, bijvoorbeeld op het gebied van fijnstof. In het ideale geval wordt het beleid op basis van deze informatie aangepast. Snuffelfiets is een samenwerking tussen de Provincie Utrecht, Civity, SODAQ en RIVM. Civity is specialist in data-oplossingen, SODAQ is expert in het maken van sensoren en RIVM is verantwoordelijk voor datavalidatie.
Sensemakers: een technologisch slimmer Amsterdam
De vrijwilligers van de Amsterdamse community Sensemakers zetten zich in om met behulp van technologie hun leefomgeving een stukje beter te maken. Hun bijeenkomsten zijn bijvoorbeeld gericht op Internet of Things en aanverwante onderwerpen, zoals netwerken, sensorenveiligheid, AI en slimme gebouwen. De labs en meet-ups worden onder meer worden gehost in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam (OBA), die ook 3D-printers en lasercutters beschikbaar stelt. Ze houden zich bijvoorbeeld bezig met projecten om geluidsoverlast in de binnenstad tegen te gaan en het water uit rivieren gemakkelijker drinkbaar te maken.
Luchtkwaliteit in kaart
Stel: je woont vlak bij een snelweg en wilt weten wat de gevolgen van de uitbreiding van het aantal banen zijn voor de kwaliteit van de lucht in je achtertuin. Of je bent bestuurder bij de lokale voetbalclub en wilt weten of de sporters trainen en spelen in een schone lucht. Of je bent astmapatiënt en wilt nog liever dan andere burgers schone lucht je me heen. In verschillende projecten meten inwoners van met zelfgebouwde fijnstofmeters de luchtkwaliteit in hun omgeving. Zo krijgen de deelnemers inzicht in de luchtkwaliteit in hun leefomgeving. Dit gebeurt onder meer in Groningen, Friesland en Drenthe met het project Onze lucht, in Antwerpen met CurieuzeNeuzen, in Brussel met Clean Air Seekers en in IJmond met Hollandse Luchten, mede als reactie op vragen over het effect van Tata Steel op de luchtkwaliteit.
AI dichtbij
Kunstmatige intelligentie: het klinkt misschien als een ver-van-je-bed-show, maar in feite komt artificial intelligence steeds dichter bij. Enkele voorbeelden van AI die waarschijnlijk al in jouw leven zijn doorgedrongen, en die je versteld doen staan van de slimheid van machines, met een focus op de kernfuncties van de bibliotheek.
Microsoft: computer als journalist
Hoe goed zou een computer nieuwsberichten kunnen schrijven? Bij MSN durven ze het wel aan. Microsoft ontsloeg in mei 2020 duizenden werknemers die zich voorheen bezighielden met het schrijven van content voor de nieuwswebsite van MSN. Die berichten zijn vaak herschreven versies van meer gerenommeerde websites van kranten. De ontslagen journalisten hadden zo hun twijfels bij deze keuze gezien de ‘strict editorial guidelines’ die volgens het platform moeten worden gehanteerd.
Google: Talk to Books
In april 2018 kwam Google met een nieuwe zoekfunctie: Talk to Books. Met deze tool worden vragen van Google-gebruikers beantwoord met behulp van de database van Google Books. Daarvoor maakt de functie gebruik van AI-technologie, die direct reageert op de verzoeken van gebruikers door de boeken te scannen en het meest geschikte antwoord te kiezen. En daarin wordt Talk to Books steeds beter: door gebruik te maken van machine learning begrijpt de zoekfunctie steeds beter waar hij het beste antwoord vindt. Hiermee hoopt Google nog meer gebruikers het juiste antwoord op hun vragen te laten vinden – niet door een lange lijst met links te presenteren, maar door exact de juiste informatie geven: helder, beknopt en betrouwbaar, ondersteund door vakliteratuur. Een kleine kanttekening: de functionaliteit werkt vooral goed voor feitelijke zaken, en minder voor complexere vragen over geschiedenis, politiek of cultuur.
Novel Effect: interactief voorlezen
Als ouder doe je tijdens het dagelijkse voorleesuurtje je uiterste best de aandacht van je kind erbij te houden. Novel Effect helpt daar een handje bij: de mobiele app maakt gebruik van spraakherkenningstechnologie om muziek, geluidseffecten, stemmen en andere audio aan het verhaal toe te voegen. Door de stem van de verteller te volgen speelt de app de geluiden op het juiste moment af. Er zijn honderden verhalen beschikbaar en er worden er steeds meer toegevoegd.
DeepZen: gesproken tekst genereren
Steeds meer mensen zetten liever een stem op hun oren als ze een boek tot zich willen nemen. Toch is het maken van een luisterboek een bijzonder kostbare bezigheid. Waar schrijvers in de beginjaren hun eigen boeken nog weleens op een cd inspraken, worden tegenwoordig vaak acteurs of bekende Nederlanders ingevlogen. Tegenwoordig kunnen luisterboeken gelukkig ook automatisch worden gegenereerd: spraaksystemen worden tenslotte steeds geavanceerder, waardoor het niet langer nodig is naar een haperende voorleesstem te luisteren. Via DeepZen is het zelfs mogelijk zelf een tekst door zo’n levendige computerstem te laten voorlezen. Je kunt zelfs kiezen voor verschillende soorten stemgeluiden.
Envision: visueel zoeken
Envision is een smartphone-app die alle tekst voorleest die hij tegenkomt: van voedselverpakkingen tot posters, van ondertitels tot displayschermen. De app herkent zelfs handgeschreven tekst en begrijpt meer dan zestig talen. Maar dat is niet alles: de app kan ook kleuren beschrijven, bar- en QR-codes van producten scannen en zelfs complete beschrijvingen geven van wat hij ziet. Je kunt de app zelfs gebruiken als zoekfunctie in het dagelijks leven: ben je op zoek naar je mok, sleutelbos of zelfs een persoon in een menigte, dan vraag je de app de omgeving te scannen. Niet alleen handig voor blinden en slechtzienden, maar voor iedereen die goed kijken graag uitbesteedt.
Google Duplex: restaurant boeken
Denk jij dat je het doorhebt wanneer je niet met een mens maar met een computer praat? Het antwoord op die vraag is waarschijnlijk veranderd wanneer je eenmaal hebt kennisgemaakt met Google Duplex. Wie in Amerika telefonisch bij een restaurant reserveert, loopt het grote risico niet door een medewerker, maar door Google te worden geholpen. Er zijn zelfs adempauzes en uhm’s ingevoegd om de stem nog menselijker te laten klinken. Vervolgens wordt de klank verder geholpen door Google Assistant, die een bevestiging van de reservering naar de klant verzendt. Toch blijkt het systeem nog niet helemaal goed te werken: in bijna veertig procent van de gevallen moet Google Duplex alsnog een mens inschakelen om het telefoongesprek tot een goed einde te brengen, zo bleek uit een onderzoek van de New York Times.
IBM: debatteren met een computer
Bij IBM gaan ze nog een stapje verder: daar hebben ze een computer ontwikkeld die met mensen kan debatteren over complexe onderwerpen. De Project Debater gaat daarbij uit van de miljoenen artikelen en boeken die hij tot zich heeft genomen. Het mag dan nog geen debatwedstrijden winnen, toch wist het systeem bij demonstraties twintig procent van het publiek om te praten. Volgens IBM helpt de Project Debater afleidende zaken als emotie en ambiguïteit uit te schakelen, waardoor we tijdens het debat enkel oog hebben voor wat echt telt: de sterkte van de argumenten.
NBD Biblion: automatisch metadateren
Het zou voor bibliotheken over de hele wereld een hoop werk schelen: niet meer ieder boek handmatig te hoeven voorzien van metadata. Niet voor niets zijn nationale bibliotheken over de hele wereld – van Duitsland tot Singapore – bezig om dit voor elkaar te krijgen. In de nabije toekomst zouden op basis van het automatisch scannen de inhoud bijvoorbeeld trefwoorden kunnen worden toegekend. In Nederland is NBD Biblion momenteel bezig met een groot project dat dit mogelijk moet maken, inclusief automatische titelverrijking, zoals toevoeging van genres, samenvattingen en recensies.
Kijk het webinar Automatisch Metadateren van NBD Biblion terug >
Online Bibliotheek: persoonlijke aanraders
Een wat oudere vorm van AI, maar zeker niet eentje om onvermeld te laten: de aanbevelingen die je aan de zijkant van je scherm krijgt wanneer je in de online Bibliotheek een e-book hebt uitgekozen. Ben je eenmaal aan De brug van Geert Mak begonnen, dan krijg je automatisch andere reisboeken als tip. Dit systeem kennen we al langer van websites als Amazon en Bol.com. Aanvankelijk werden deze aanbevelingen gegenereerd op basis van het koopgedrag van anderen; tegenwoordig worden de vergelijkingen gemaakt op basis van de inhoud van de boeken.
Kijktips
Er valt genoeg te lezen, kijken en luisteren over digitaal burgerschap. Vergaap je bijvoorbeeld aan een twaalf uur durende talkshow over vijftig jaar world wide web, duik in de schaduwkant van de internetsamenleving, luister je wijzer over internetprivacy en denk mee over ethiek, wereldeconomie en nieuwe technologieën.
Bits of Freedom & De Balie: The Internet Marathon
In The Internet Marathon namen Bits of Freedom en De Balie in september 2020 een duik in de kosten en baten van vijftig jaar internet. In een twaalf uur durend programma verkenden zij samen met dertig nationale en internationale gasten alle hoeken en gaten van het wereldwijde web – van de kabels onder de grond tot de satellieten in de lucht, van de meest bezochte pagina's tot ondergrondse weblogs. Ook KB-curator digitale collecties Kees Teszelszky en congrescurator Marleen Stikker waren te gast.
Netflix: The Social Dilemma
Netflix-documentaire The Social Dilemma laat zien hoe de socialemediakanalen die we zo graag bezoeken profiteren van onze data. Onder meer de oprichter van Pinterest, de uitvinder van de likebutton op Facebook en programmeurs die aan de vooravond stonden van Twitter worden aan het woord gelaten over de intenties en impact van hun uitvindingen. Gevolgen waar zij in veel gevallen inmiddels niet meer achter staan: inmiddels zien ze hoe sociale media onze blik op het scherm gericht houden, koste wat het kost, verwikkeld in een gevecht om de aandacht van zoveel mogelijk mensen ter wereld. Want kijktijd is data, en data zijn macht.
Jan Willem van Wessel: AI en de bibliotheek
Kunstmatige intelligentie en de bibliotheek – je zou denken dat weinig begrippen verder uit elkaar liggen dan die twee. De bibliotheek staat voor eeuwen van gestolde, door mensen gecureerde kennis. AI bestaat nauwelijks een paar decennia en gaat over machines die razendsnel leren, informatie verwerken, analyseren en verbanden zien. De bibliotheek is altijd de onbetwiste autoriteit geweest op het gebied van het ordenen van informatie en het beschikbaar maken van kennis. Kunstmatige intelligentie daarentegen wordt zowel verheerlijkt als verketterd en levert resultaten die niet door iedereen op dezelfde waarde worden geschat. In een serie blogs staat Jan Willem van Wessel, hoofd van de sector Verwerking en Behoud (V&B) van de KB, stil bij dit markante duo.
David Lankes: AI en bibliothecarissen
Hoe beïnvloedt kunstmatige intelligentie de dagelijkse taken van bibliotheekmedewerkers? Daarover ging de KB in gesprek met bibliotheekgoeroe David Lankes tijdens Bieb-a-palooza. Lankes benadrukt dat AI weliswaar een deel van de taken van bibliothecarissen overneemt, maar dat de mens altijd nodig blijft om de taak van de bibliotheek goed te kunnen blijven uitvoeren. Daarnaast wordt de gidsfunctie van de bibliotheek door het digitale landschap steeds belangrijker.
Roland Duong: De slag om het internet
In De slag om het internet van VPRO Tegenlicht gaat Roland Duong op zoek naar een eerlijker, veiliger en socialer internet. Daarover gaat hij in gesprek met tech- en privacyexperts, journalisten, filosofen en beleidsmakers, in de vorm van podcasts, livestreams, artikelen en blogs. Zijn centrale vraag: hoe kunnen we ons verweren tegen algoritmes, desinformatie en smartphoneverslavingen, die leiden tot polarisatie en ontwrichting in onze samenleving? Hij stelt niet alleen digitale misstanden aan de kaak, maar gaat ook op zoek naar oplossingen.
Coded Bias
Gezichtsherkenning is een mooie uitvinding, maar wat als de technologie jouw gezicht niet herkent? Dat ervoer Joy Buolamwini, onderzoeker bij MIT Media Lab. Haar donkere huidskleur bleek niet te kunnen worden gelezen. Coded Bias volgt haar gevecht om de allereerste wetgeving in de Verenigde Staten om vooroordelen tegen te gaan in de algoritmen die ons allemaal beïnvloeden. Daarmee kaart deze documentaire meer grote vragen aan. Want wat betekent het als kunstmatige intelligentie steeds meer onze vrijheid gaat beheersen? En wat zijn de gevolgen voor de mensen tegen wie AI bevooroordeeld is?
VPRO Tegenlicht: Mensen, goden en technologie
Niemand weet hoe onze wereld er over 25 jaar uitziet. Misschien wordt ons werk overgenomen door autonome robots en worden wij daarmee de slaven van de door onszelf gecreëerde technologie. Mogelijk loopt het niet zo'n vaart, worden we onsterfelijk en kunnen we onszelf daarmee tot goden verklaren in ons zelfgecreëerde hoog intelligent systeem. De grote vragen over de toekomst van de mens en zijn verhouding tot technologie legt VPRO Tegenlicht voor aan drie belangrijke denkers van deze tijd: Kevin Kelly, Yuval Noah Harari en Koert van Mensvoort. Zij voeren gesprekken over de betekenis van het leven in een door technologie vormgegeven nabije toekomst.
Netflix: The Great Hack
Met documentaire The Great Hack geeft Netflix inzicht in een van de grootste grote datalekschandalen uit de geschiedenis: die van het Britse bedrijf Cambridge Analytica, dat persoonlijke gegevens van Facebookgebruikers ongevraagd gebruikte voor politieke advertenties. Daarmee beïnvloedden zij de uitkomsten van zowel het Brexit-referendum als de Amerikaanse verkiezingen in 2016. Aan de hand van persoonlijke verhalen van oud-medewerkers, journalisten en specialisten wordt deze materie uit de doeken gedaan.
PublicSpaces Conference
Op 11 en 12 maart 2021 organiseerden PublicSpaces, Pakhuis de Zwijger en Waag een conferentie om het internet te redden. In deze conferentie gingen ze op zoek naar manieren hoe we het internet weer tot een gezonde publieke ruimte kunnen maken. Professionals uit de publieke gingen op zoek naar een uitweg van big tech en gingen voor ontwikkelaars op zoek naar alternatieven systemen voor een veilig, open en eerlijk internet. De conferentie werd afgesloten met een publieke talkshow over de gevaren van het huidige model, maar ook met concrete mogelijkheden voor een toekomstig internet zonder surveillance-kapitalisme en met gezonde alternatieven die we meteen kunnen inzetten.
Grip op data
Bij vrijwel alles wat we doen, staan we data af: het nieuws dat we lezen en liken, de route die we afleggen, waar we parkeren, tanken, de auto opladen, een broodje kopen… Veel van die data komen in handen van bedrijven en overheden, die deze informatie inzetten voor hun eigen doelen, zoals verkeersveiligheid, crowd management of geld verdienen. Vaak is onhelder welke data precies gebruikt worden en hoe beslissingen op basis van data tot stand komen. Van wie zijn die data eigenlijk? Wie bepaalt wat ermee mag gebeuren, wie profiteren ervan? Deze vragen vormen de basis van onderzoek en experimenten met het ‘teruggeven’ van data aan burgers, aan de samenleving, en data te zien als een common good. Marianne Hermans, adviseur Onderzoek bij de KB, en Emiel Rijshouwer, onderzoeker aan de Universiteit van Rotterdam, laten hun licht schijnen over deze kwesties.

Dataficering van de samenleving
Wie weleens naar de realityserie Hunted heeft gekeken, weet: onder de radar blijven is in de wereld waarin we op dit moment leven praktisch onmogelijk. Ons hele doen en laten wordt vastgelegd, vaak ongevraagd en zonder dat we ons ervan bewust zijn. Met onze telefoon bekijken we het nieuws, onderhouden we onze contacten, betalen we, tellen we onze stappen en vinden we de route. In de openbare ruimte worden we gevolgd door camera’s en sensoren en passeren we toegangspoortjes bij parken en musea. Met al deze bewegingen laten we grote hoeveelheden gegevens achter, waarvan bedrijven en overheden graag gebruikmaken voor hun eigen gewin of belangen, zoals de inrichting van steden of zelfs smart cities.
De belofte van slimme steden
De dataficering van mens en omgeving kan bijdragen aan oplossingen voor vraagstukken op het gebied van veiligheid, mobiliteit, duurzaamheid et cetera. Door slim gebruik van data kunnen steden bijvoorbeeld duurzamer, sneller te doorkruisen, of veiliger worden, doordat op basis van data voorspeld wordt waar overlast gaat ontstaan. Maar wie bepaalt wat ‘slim’ is? Wat veilig is voor de een, kan voor de ander een beperking van de vrijheid inhouden. Wat is duurzaam, en voor wie? Kortom: welke waarden staan bij de inrichting van steden centraal en hoe kunnen we omgaan met tegengestelde belangen van groepen burgers, bedrijven en bestuurders?
- Voorbeeld: Brainport Smart District
-
In de Helmondse wijk Brandevoort wordt de slimste wijk ter wereld ontwikkeld: Brainport Smart District (BSD). Hier worden de nieuwste inzichten en technieken op het gebied van participatie, gezondheid, data, mobiliteit, energie en circulariteit ingezet om een duurzame en mooie woonomgeving te creëren. Maar hoe ga je veilig met al die data om? Daartoe heeft BSC afspraken vastgelegd in een datamanifest, waarin staat vastgelegd wat wel en niet met de gegevens van Helmondse burgers mag gebeuren.
Van wie zijn die data?
Vanuit het oogpunt van transparantie en inclusie is het belangrijk dat burgers weten op welke wijze data tot stand zijn gekomen en wat ermee wordt gedaan De verantwoordelijkheid hiervoor ligt niet alleen bij bedrijven en overheden. Het gaat voor een groot deel over data die over en door burgers worden gegenereerd. Het zou daarom logisch en eerlijk zijn om die data ter beschikking te stellen aan burgers, zodat zij de bedrijven en de overheden die deze verzamelen kunnen controleren en ter verantwoording kunnen roepen en zodat zij kunnen meedenken over toepassingen die ook hun belangen dienen.
Empowerment van burgers
Naarmate de invloed van technologie op de samenleving toeneemt, en daarmee de macht van big tech en big government, groeit het belang om burgers te ‘empoweren’ door ze zeggenschap te geven over data. Maar hoe dan? Een mooi voorbeeld is Barcelona. Een belangrijk onderdeel van de strategie van Francesca Bria, Chief Technology Officer van de stad, is het waarborgen van de datasoevereiniteit van burgers: geef ze zeggenschap en toegang tot de data die door en over hen verzameld worden.
- Barcelona geeft inwoners controle over eigen data
-
Barcelona was een van de eerste Europese steden die begon te experimenteren met digitale stadstechnologieën. De stad legde uitgebreide sensornetwerken aan die de overheid en de private sector voorzien van data over onder meer transport, energieverbruik, geluidsniveaus en irrigatie. De zeggenschap over de data die verzameld worden, ligt bij burgers. Luister hier naar CTO Francesca Bria’s verhaal over datasoevereiniteit.
Zeggenschap bij de burger
Hoe kunnen burgers toegang krijgen tot data? Is er een mogelijkheid om eigen gegevens te verwijderen of data ‘terug te krijgen’? Kunnen ze meedenken over het ontwikkelen van toepassingen waarvan ze zelf profiteren? Dat kan bijvoorbeeld door te werken met open source en open standaarden. Data moeten worden beheerd door burgers zelf: welke data wil ik voor mezelf houden, welke wil ik delen, met wie, en waarvoor mogen ze gebruikt worden? De basis is het beschermen van burgers én daarmee de democratie, en ervoor zorgen dat iedereen in gelijke mate van technologische ontwikkelingen profiteert.
- Herover je data
-
In de Tegenlicht-uitzending Herover je data gaan makers op zoek naar oplossingen om onze data uit handen van de grote techbedrijven te krijgen. Ze onderzoeken welke initiatieven Europa neemt voor een meer publieke online ruimte als alternatief voor de modellen van Silicon Valley en China.
Burgers meekrijgen
Ook in Nederland zijn steden bezig met het openstellen van hun data en het transparanter maken van dataprocessen. De gemeente Den Haag is een voorloper op dit gebied. Den Haag zet open data onder meer in bij de energietransitie. Daar zijn Datalabs gehouden waarbij bewoners, bestuurders en techneuten met elkaar in gesprek gaan over het inzetten van data. Bewoners kijken met andere ogen naar lokale vraagstukken. Soms komen ze samen met ondernemers tot creatieve oplossingen, zoals bijvoorbeeld gebeurde met het leggen van zonnepanelen. Het beschikbaar stellen van data is een eerste stap, maar om mensen echt mee te krijgen, helpt het om aansprekende visualisaties te maken en gebruik te maken van overzichtssites als Waarstaatjegemeente.nl.
Burgers leveren zelf data aan
Als burgers overheidsinformatie wantrouwen of lacunes in beschikbare milieudata willen opvullen, nemen zij zelf het initiatief om gegevens te verzamelen, bijvoorbeeld met sensoren voor het meten van luchtkwaliteit, geluidsoverlast of waterkwaliteit. Er zijn talloze voorbeelden waarbij burgers, met hulp, zelf data verzamelen en diensten opzetten. Denk bijvoorbeeld aan Coopcycle, dat een platform biedt aan individuele fietskoeriers om zich te verenigen in een coöperatie en zo te ontkomen aan de negatieve gevolgen van de gig-economie.
- Monitor van de Stad
-
In de regio Tilburg heeft de Bibliotheek Midden-Brabant het voortouw genomen om burgers te betrekken bij het vergroenen de stad. Onder de noemer Monitor van de Stad worden in het FutureLab verschillende data in beeld gebracht, bijvoorbeeld over de luchtkwaliteit, het energieverbruik en het aantal parkeerplaatsen in verschillende woonwijken.
Burger ziet geen probleem
Steden zijn weliswaar bezig met het openstellen van hun data, maar eenvoudig is het niet om het grote publiek daadwerkelijk te betrekken en inspraak te geven. In de praktijk worden vooral hoger opgeleide, geïnteresseerde burgers bereikt. Dat blijkt ook uit onderzoek door het Centre for BOLD Cities, waarin men probeert burgers sterker bewust te maken van dataficering, bijvoorbeeld door het organiseren van data walks. De onderzoekers van BOLD merken dat het lastig is om mensen te activeren die digitalisering niet ervaren als een politiek of publiek probleem. Het is een onzichtbaar proces waarvan ze weinig last maar wel profijt hebben. Ze hebben daarnaast ook niet het idee dat ze invloed hebben op dataficering en digitalisering.
- Centre for BOLD Cities
-
Het Centre for BOLD (Big, Open and Linked Data) Cities, een gezamenlijk initiatief van de Erasmus Universiteit Rotterdam, TU Delft en Universiteit Leiden, doet onderzoek naar de afwegingen bij de inrichting van slimme steden. Met Data Empowerment Design Studios proberen zij mensen bewust te maken van de invloed van data op hun voorkeuren en gedrag. Daar gaan onderzoekers in co-creatieve sessies met burgers aan de slag om hun betrokkenheid bij de inrichting van de stad te vergroten, zoals in de Afrikaanderwijk in Rotterdam, waar een pilot werd gedaan met het bezorgen van pakketjes in de wijk.
Burgeremancipatie: uitdaging voor bibliotheken?
Digitaal burgerschap vraagt om emancipatie van de burger. Het onderwijs speelt daarin een grote rol, maar voor mensen die geen onderwijs volgen, kunnen bibliotheken daaraan bijdragen. De bibliotheek zou een plek kunnen zijn om data te vinden, beschikbaar te stellen en eventueel te visualiseren, zodat burgers inzicht krijgen in ontwikkelingen in de stad. Ook zouden bibliotheken hulp kunnen organiseren bij het toepassen van data, eventueel met de hulp van experts. Makerplaatsen, die in veel bibliotheken aanwezig zijn, kunnen daarvoor een plek bieden, maar ook op bredere schaal is de bibliotheek een plek waar mensen samenkomen om hun stem te laten horen en nieuwe toepassingen te ontwikkelen. Voorop staat het ontwikkelen van databewustzijn, bij burgers, en wellicht ook bij bibliotheken zelf.
Met dank aan dr. Emiel Rijshouwer, Antoine Gribnau en Miriam van den Beemt voor hun waardevolle input en voorbeelden uit de praktijk. Zij waren onze studiogasten tijdens de verdiepingssessie op het Nationaal Bibliotheekcongres over Grip op data.
- Grip op data
-
We laten doorlopend een dataspoor achter. Wij zouden daar zelf meer zelf grip op moeten hebben, zeggen beleidsmakers. Dat is een mooi streven, maar is het ook te realiseren? En wat is de rol van de bibliotheken daarin? In deze interactieve talkshow neemt stadssocioloog en industrieel ontwerper Emiel Rijshouwer (Erasmus Universiteit, Centre for BOLD Cities) ons mee in zijn verhaal hoe je als burger de grip op data behoudt en terugkrijgt. Aan de hand van praktijkvoorbeelden laat hij zien wat werkt en wat nog niet, en welke rol bibliotheken spelen in deze ontwikkeling.
Met:
- Emiel Rijshouwer, onderzoeker Erasmus School of Social and Behavioral Sciences (ESSB)
- Antoine Gribnau, informatiemanager Gemeente Den Haag
- Miriam van den Beemt, projectleider Monitor van de Stad, de Bibliotheek Midden-Brabant
Bronnen en verder lezen
- Bria, F. & Mozorow E. (2018). Rethinking the Smart City. Democratizing Urban Technology. New York: Rosa Luxemburg Stiftung.
- Engelbert, J. (2020). ’We moeten dataficering en digitalisering weer als werkwoorden gaan zien. Erasmus University Rotterdam. Geraadpleegd op 12-1-2021.
- Jong, F. de (2019). Open data en betrokken burgers. VNG Realisatiemagazine. Geraadpleegd op 12-1-2021.
- Kool, L. (2020). Publieke waarden en de slimme stad. Platform 31. Geraadpleegd op 12-1-2021.
- Naafs, S. (2020). ’Het moet niet voelen als een laboratorium vol sensoren’. De Groene Amsterdammer. Geraadpleegd op 12-1-2021.
Jargonbuster
Beginnen al die verschillende soorten kunstmatige intelligentie je al te duizelen? Met deze jargonbuster helpen we je weer op de rit.
- Algoritme
-
Het gaat er continu over: algoritmes. Maar wat zijn het precies? Een algoritme is een wiskundige formule – in programmeertaal: een instructie, een stukje code, om een probleem om te lossen. Denk bijvoorbeeld aan het algoritme dat berekent hoe je het snelst van het ene punt naar het andere komt – een code die je ongetwijfeld dagelijks gebruikt wanneer je digitaal naar een andere plek navigeert. Algoritmes helpen ons om sneller informatie te verwerken en om ingewikkelde keuzes te maken. Ook maken algoritmes slimme technologie zoals kunstmatige intelligentie mogelijk. Technologie met algoritmes neemt veel werk uit handen en kan helpen om ingewikkelde vraagstukken beter te overzien. Soms kunnen we met deze technieken proberen in de toekomst te kijken, bijvoorbeeld of op een bepaalde plek de kans op een misdrijf groter is; we spreken dan van voorspellende algoritmes. Zulke algoritmes werken op basis van big data: een grote hoeveelheid gegevens, die we achterlaten door ons gedrag op internet of op straat.
- Big data
-
Wanneer we te maken hebben met grote hoeveelheden digitale informatie, spreken we van big data. Vaak is die slecht gestructureerd en daardoor vrij complex om te analyseren. Die berg met data groeit overigens mede dankzij jou: met elke stap die je in de echte en de online wereld zet wordt informatie geproduceerd over jouw doen en laten. Dat heeft voor- en nadelen: enerzijds kunnen producten en diensten beter op jouw wensen worden afgesteld, anderzijds kun je je afvragen of jouw privacy zo wel netjes gewaarborgd blijft. Veel mensen denken dat het vooral techreuzen als Google en Facebook zijn die deze data gebruiken, maar ook de overheid vaart er wel bij: zij kan deze kennis gebruiken om beleid te maken of om risico’s in te schatten.
- Big Tech
-
De grootste technologiebedrijven worden vaak aangeduid als Big Tech, ook wel de techreuzen, de Big Four of de Four Hoursemen genoemd. Vaak genoeg worden er ook vijf geteld: Amazon, Apple, Google, Facebook en Microsoft. Het zijn economisch gezien tevens de meest waardevolle bedrijven op aarde, met ieder een waarde van vele miljarden tot zelfs biljoenen euro’s. Steeds meer mensen zetten vraagtekens bij de enorme hoeveelheid macht die deze bedrijven hebben. Tegelijkertijd blijft het gebruik van hun producten onverminderd populair.
- Broad AI (ook wel Strong AI of Artificial General Intelligence)
-
Wanneer we spreken over kunstmatige intelligentie, kunnen we het onderscheid maken tussen broad AI en narrow AI. Broad AI staat voor een systeem waarin alle cognitieve vaardigheden van de mens samenkomen. Voor de duidelijkheid: deze opvatting van AI bestaat alleen in fictionele vorm en in filosofische bespiegelingen van AI. Dit in tegenstelling tot narrow AI, verwijzend naar een systeem dat één AI-trucje tot in perfectie beheerst. Daar worden computers steeds beter in, zelfs beter dan mensen.
- Commons
-
Commons, van het Engelse woord voor ‘gemeenschappelijke grond’, zijn hulpbronnen die door iedereen mogen worden gebruikt. Daarbij dachten ze een paarhonderd jaar geleden waarschijnlijk vooral aan fysieke zaken, zoals een lapje grond of een waterput, maar tegenwoordig hebben we het vooral over digitale commons, zoals tekst en beeld. Die zaken kunnen weliswaar privé-eigendom zijn, maar door de eigenaar worden vrijgegeven. Een beetje als een boer die zijn land openstelt om ook andermans vee er te laten grazen. Voorwaarde voor dergelijk gebruik is natuurlijk wel dat de eigenaar ook daadwerkelijk met dit gebruik heeft ingestemd. Denk bijvoorbeeld aan auteursrecht: wanneer je leest dat ‘alle rechten voorbehouden’ zijn, betekent dit dat de maker in het geval van dit werk geen gebruiksrechten heeft vrijgegeven.
- Data commons
-
Met data kun je veel geld verdienen. Het verzamelen en verkopen van persoonlijke informatie is het businessmodel van de grootste technologiebedrijven van dit moment. Data commons zijn structuren om veilig data te delen op een manier die de individuele en collectieve belangen van de gebruikers beschermt. Ook stellen ze maatschappelijke partijen in staat om onder goede voorwaarden gebruikersdata te benutten en met andere partijen geaggregeerde data te delen.
- Datasoevereiniteit
-
Met de toename van het gebruik van data door techbedrijven groeit ook het wantrouwen van burgers. Steeds meer van hen voeren een wanhopig gevecht met hun cookie-instellingen, zijn huiverig om online formulieren in te vullen en worden angstig van onderzoeken die uitwijzen dat zelfs een telefoon die uit staat nog GPS-signalen kan opvangen en verspreiden. En dat terwijl het verzamelen van data mooie resultaten kan opleveren, mits die informatie in handen komt van de juiste instanties.
- Deep learning
-
Deep learning, ook wel structured learning of hierarchical learning genoemd, is een vorm van machine learning die gebruikmaakt van complexe neurale netwerken die gigantische hoeveelheden data bevatten. Met deze techniek kunnen zeer complexe problemen worden opgelost: van natural language processing, waarbij computers gesproken en geschreven taal en goed lijken te begrijpen als machines, tot het zelfstandig laten rijden van een auto. Dat lukt doordat deze techniek de werking van de menselijke hersenen nabootst, inclusief de immense hoeveelheid brokjes informatie die onderling met elkaar verbonden zijn. Zo’n netwerk kan heel veel verbanden tegelijk leggen, waardoor alle opties razendsnel kunnen worden afgewogen – sneller dan een mens ooit zou kunnen.
- Internet of Things (IoT)
-
Steeds meer huishoudelijke apparaten kunnen tegenwoordig worden aangesloten op het lokale wifinetwerk: niet alleen de thermostaat, de speakers en de televisie, maar ook de koelkast, de wasmachine en de stofzuiger kunnen via het internet met elkaar communiceren. Deze ontwikkeling maakt onderdeel uit van het Internet of Things, ook wel afgekort tot IoT en vertaald als het internet der dingen: het geheel aan apparaten dat via internetverbindingen met andere apparaten en systemen in contact staat. Als gevolg van hun verbondenheid met het internet kunnen deze ‘slimme’ apparaten steeds meer beslissingen autonoom nemen, zonder tussenkomst van de mens: de gordijnen openen en sluiten op basis van het opkomen en ondergaan van de zon, de lichten bepalen zelf, met dank aan sensoren wanneer het te donker in een ruimte is. In 2018 schatte men het aantal apparaten dat aan het internet der dingen verbonden is 10 miljard; in 2025 zullen dat er naar verwachting 64 miljard zijn. Toch is er scepsis over deze ontwikkeling: hiermee komt mogelijk ook de privacy van de burger steeds meer in het gedrang.
- Kunstmatige intelligentie
-
Kunstmatige intelligentie, vaker voorkomend in de Engelse variant – artificial intelligence – ofwel AI, is de intelligentie die ervoor zorgt dat machines, software en apparaten zelfstandig problemen oplossen door te reageren op data of impulsen uit hun omgeving, zodat zij zonder tussenkomst van een mens beslissingen kunnen nemen. Daarbij imiteren zij het denkvermogen van de mens: door te leren van hun eigen fouten leveren ze een steeds beter resultaat, ook wel machine learning genoemd. Deze technologie zorgt voor veel nieuwe mogelijkheden, maar brengt ook risico’s met zich mee: computers die zelfstandig opereren, nemen tenslotte lang niet altijd de juiste beslissingen. Denk bijvoorbeeld aan een zelfrijdende auto die de borden langs de weg niet goed kan lezen of een robot die je stem niet goed verstaat. Overigens ontwikkelde wetenschapper Alan Turning al in 1936 de welbekende Turingtest, waarmee hij probeerde te onderzoeken of een machine inderdaad een vorm van menselijke intelligentie kan vertonen.
- Machine learning
-
Machine learning, ook wel machinaal leren, is een vorm van kunstmatige intelligentie die zich bezighoudt met de ontwikkeling van software die zijn eigen kwaliteit verbetert, dus zonder menselijke input. In plaats daarvan maakt machine learning gebruik van geavanceerde algoritmes en grote hoeveelheden big data. Hoe meer data beschikbaar is, hoe sneller en beter de machine zijn gedrag kan verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan de gezichtsherkenning op je telefoon, productaanbevelingen op winkelwebsites en suggesties voor de snelste route op Google Maps.
- Narrow AI (ook wel Weak AI)
-
De term Narrow AI verwijst naar een AI-systeem dat maar één trucje kan, maar dat trucje wel ontzettend goed beheerst. Op dit punt kunnen machines mensen overtreffen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan AlphaGo, het programma dat zelfs de beste Go-speler ter wereld verslaat. Narrow AI staat tegenover Broad AI: een systeem waarin alle cognitieve vaardigheden van de mens samenkomen. Dat is nog toekomstmuziek.
- Natural language processing
-
We zeiden het al: in de huidige wereld worden grote hoeveelheden data opgeslagen, die niet altijd prettig gestructureerd zijn. Daardoor is het lastig de juiste data te pakken te krijgen. Natural language processing, ook wel afgekort tot NLP, helpt orde aan te brengen in de chaos. Deze AI-techniek maakt gebruik van machine learning om de belangrijkheid van een stukje informatie te bepalen, bijvoorbeeld door kernwoorden uit een tekst te destilleren en hun onderlinge relaties te achterhalen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door informatie over de zinsconstructie, het aantal keren dat een woord voorkomt en de gebruikte bronnen. Op basis van dergelijke informatie kunnen ook trend- en sentimentanalyses worden gemaakt over een bepaalde term, bijvoorbeeld door te kijken of die in de loop der jaren vaker in een negatieve of in een positieve context is genoemd.
- Public stack
-
Als we het hebben over ‘het internet’, hebben we het over een web van programma’s en machines met onderlinge verbindingen, gebaseerd op specifieke businessmodellen en relaties tussen gebruiker en dienst. De verschillende technische lagen die samen nodig zijn om een digitale dienst te leveren, noemen we een stack (stapel). Veel toepassingen die we gebruiken, zijn onderdeel van de private stack, waarin data verzamelen, winst maken en exploitatie belangrijke principes zijn die in de hele stack verweven zijn. Denk bijvoorbeeld aan de samenwerking tussen WhatsApp, het besturingssysteem van je telefoon en het internet. Mooier is een public stack: een stapel van eerlijke technologieën die de mens, de samenleving en de wereld als centrale waarden hanteert – en niet de aandeelhouder. Denk bijvoorbeeld aan een inrichting van het internet waarin niet de grote techbedrijven de baas zijn, maar de burger zelf. Een mooi voorbeeld is het project Public Stack van Waag.
- Smart city
-
Wonen in een slimme stad: dat betekent dat technologie wordt ingezet om de omgeving op ieder moment van de dag te besturen en zodoende te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan het in de gaten houden van de drukte op straat, het aantal vrije parkeerplaatsen en de kwaliteit van de lucht. In het optimale geval zijn al die vormen van data met elkaar verbonden, waardoor nieuwe dwarsverbanden kunnen worden gelegd en de afstand tussen burger en bestuur kleiner wordt. Het primaire doel is het verhogen van de levenskwaliteit van de inwoners.
Wees niet bang voor AI
Heb geen angst voor kunstmatige intelligentie. Dat bepleiten Martijn Kleppe, Hoofd Onderzoek bij de KB, en Jacco van Ossenbruggen, Informaticus bij het Centrum Wiskunde & Informatica en medeoprichter van het Cultural AI Lab (CulturAIL). Experimenteer als erfgoedsector met AI en leer erover – en onderschat vooral niet welke belangrijke spelers informatieprofessionals zelf zijn in het steeds groter wordende AI-veld.

Dataslurpende techbedrijven
De kranten, tijdschriften en vakbladen staan vol over de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie. Of beter gezegd: over de gevaren ervan. Want wie AI zegt, denkt bijna vanzelf aan beeldherkenningstechnieken die vooroordelen bevestigen. Of aan dataslurpende techbedrijven die alles van ons persoonlijk leven weten. Ook Maxim Februari pleitte in zijn gasthoofdredacteurnummer van IP | vakblad voor informatieprofessionals voor data-ethiek en betoogde dit onderwerp tot kerntaak te maken van ‘de mensen in het informatiedomein’. Zo’n pleidooi is ook goed. En een kritische houding is altijd gezond. Maar slaan we niet door? Verlamt de discussie over de mogelijke gevaren juist niet een verkenning van de mogelijkheden voor onze sector? Laten we niet achteroverleunen en afwachten, maar vooral experimenteren en leren over de mogelijkheden.
Experimenten
Gelukkig wordt ook in Nederland al op bescheiden schaal geëxperimenteerd. Dat leidt tot prachtige toepassingen en goede lessen. Met studenten van de TU Delft bekeken we bijvoorbeeld of we met behulp van beeldherkenning boeken konden aanbevelen. Je houdt de camera van je telefoon voor een boekenkast, waarna alle titels worden geanalyseerd en op basis van jouw voorkeuren suggesties worden gedaan voor andere boeken. NBD Biblion experimenteert met het automatisch genereren van beschrijvingen van boeken voor bibliotheken. Dat bevalt ze zo goed dat ze de partij waarmee ze dat doen, Bookarang, zelfs hebben overgenomen. Verschillende archieven werken momenteel met Transkribus, een systeem dat in staat is handschriften te lezen en om te zetten in computerleesbare tekst. Het Nationaal Archief heeft op die manier samen met het Noord-Hollands Archief manuscripten uit onder andere het zeventiende- en achttiende-eeuwse VOC-archief doorzoekbaar gemaakt. Bij de KB experimenteren we met het semi-automatisch beschrijven van publicaties met behulp van Natural Language Processing. Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid past spraakherkenning toe om nog beter door televisieprogramma’s te kunnen zoeken. En het Noord-Hollands Archief gaat de komende tijd met beeldherkenning de collectie van Fotopersbureau De Boer doorzoekbaar maken: niet alleen met behulp van de metadata, maar ook met elementen op de foto.
Black box
Allemaal stoere toepassingen die verschillende vormen van kunstmatige intelligentie gebruiken. Een van de ingewikkeldere en ongrijpbare technieken is die van neurale netwerken. We weten niet goed wat ze precies doen, maar wel dat dit soort black boxes vaak een goed resultaat geven. Met name de ongrijpbaarheid maakt de inzet van deze netwerken voor veel mensen ingewikkeld. Zeker voor mensen die data-ethiek hoog in het vaandel hebben staan. Betekent dit dat we ze daarom niet moeten gebruiken? Wat ons betreft niet. Wel moet je goed nadenken wanneer je ze inzet en voor welke toepassing. Niet voor niets hebben we bij de KB AI-principes ontwikkeld, waarvan ‘inclusief’, ‘onpartijdig’ en ‘transparant’ onderdeel uitmaken.
Bias
Maar misschien nog wel belangrijker dan de algoritmes zelf zijn de data die gebruikt worden om algoritmes te trainen. Met name de bias, of de vooringenomenheid van de data, is daarbij cruciaal. Toen we bij de KB voor het eerst experimenteerden met beeldherkenning, merkten we dat beschikbare open source-algoritmes goed werkten om de inhoud van moderne foto’s te herkennen. Maar op historische foto’s lukte dat minder goed – en dat was ook niet zo vreemd. Imagenet, een grote dataset die de basis vormt voor veel beeldherkenningsalgoritmes, bevat namelijk alleen maar hedendaagse foto’s, en kon dus niet goed overweg met oudere afbeeldingen.
Data inbrengen
Dat brengt ons bij de unieke positie die de erfgoedsector kan spelen in het AI-domein: we kunnen de algoritmes ‘voeden’ met de prachtige (digitale) datasets die we al eeuwenlang verzamelen, beschrijven en digitaliseren. Dat brengt drie grote voordelen met zich mee. Allereerst brengen we op die manier een nieuw soort bias in, zoals historisch taalgebruik, waardoor algoritmes diverser worden. Hiermee krijgen onze datasets een tweede leven, waarmee we een waardevolle rol kunnen spelen in het debat over de eenzijdigheid van AI-algoritmes. Een tweede voordeel is dat algoritmes vervolgens ook steeds beter toepasbaar worden voor toepassing in ons domein wanneer ze getraind worden met ons soort data. Een derde voordeel is dat het trainen van algoritmes – al dan niet open source – op publieke beschikbare (open) data het mogelijk maakt om de black box te doorbreken en onderzoek naar de bias door derde partijen mogelijk maakt.
Stappen gezet
Natuurlijk is het beschikbaar stellen van data makkelijker gezegd dan gedaan. Naast technische expertise (hoe maak je datasets eigenlijk zo goed mogelijk beschikbaar?) kunnen auteursrecht en privacy de nodige beperkingen met zich meebrengen, waardoor datasets niet gebruikt mogen worden. Toch zijn er afgelopen tijd mooie stappen gezet. Het Nationaal Archief en Noord-Hollands Archief hebben hun modellen uit het Transkribus-project beschikbaar gesteld voor andere onderzoekers. Vanuit de KB maken we zogenaamde ground truth-datasets beschikbaar voor onder andere onderzoekers. Recent nog publiceerde Brill een dataset met afbeeldingen om algoritmes te laten ontwikkelen dat automatisch Iconclass-codes kan toekennen. En in het nieuwe project met Fotopersbureau De Boer heeft het Noord-Hollands Archief ook toegezegd de data na afloop beschikbaar te maken.
Culturele AI
Hoewel zulke initiatieven nu nog op één hand te tellen zijn, zijn het wel de stappen die we als sector moeten zetten wanneer we kunstmatige intelligentie op een verantwoorde manier willen inzetten. In onze optiek moet het zelfs leiden tot de nieuwe (sub)discipline Culturele AI. Hierin wordt digitale erfgoeddata gebruikt om algoritmes verder te ontwikkelen die steeds beter in staat zijn om menselijke culturele normen en waarden beter te begrijpen. Of: hoe kunnen we onze kennis uit en over ons (digitale) erfgoed gebruiken om AI beter te maken? Het is dé manier om niet alleen nog veel meer over kunstmatige intelligentie te leren, maar ook actief een belangrijke bijdrage te leveren die hard nodig is.
Dit is een bewerking van een artikel dat voor het eerst verscheen in IP | vakblad voor informatieprofessionals.
Leren over data
Als bibliothecaris hoef je niet alles te weten over data. En toch is het prettig als je de basis kent. Hoe neem je snel de belangrijkste informatie tot je? De volgende cursussen, workshops en trainingen helpen je verder.
De Nationale AI-cursus
AI komt steeds dichterbij. En dus is het belangrijk dat Nederlanders zich goed laten voorlichten. Dat kan met de gratis Nationale AI-cursus, met lezingen van experts en voorbeelden van toepassingen van kunstmatige intelligentie in het dagelijks leven. Dankzij deze verschillende casussen krijg je inzicht in de wereld van AI op de werkvloer, bij de overheid, in de zorg en meer. Als je je alvast wilt voorbereiden, kun je van tevoren deze korte geschiedenis van AI bekijken. Wil je je organisatie motiveren massaal mee te doen aan de Nationale AI-cursus? Laat collega’s dan dit scorebord zien.
Elements of AI
Vraag je je af welke invloed AI op je werk of leven kan hebben? Wil je weten wat AI echt betekent en hoe het wordt gecreëerd? Wil je begrijpen hoe AI zich de komende jaren zal ontwikkelen en welk effect dat op ons zal hebben? Je leert het bij Elements of AI, een gratis online cursus van Reaktor en de Universiteit van Helsinki. Het doel: zo veel mogelijk mensen aanmoedigen om te leren wat AI is, wat er mogelijk is met AI en wat niet, en hoe AI-methoden gecreëerd kunnen worden. De cursus bestaat uit theorie en praktische oefeningen. Je kunt zelf je eigen tempo bepalen.
GoodHabitz: kunstmatige intelligentie
Kunstmatige intelligentie is overal. Maar wat is het en wat kun je ermee? Deze training neemt je mee in de wereld van AI. Tijdens de cursus leer je over de verschillende toepassingen van deze snel opkomende technologie, de werking van zelflerende algoritmes en de uitdagingen die ons op het gebied van AI te wachten staan.
Google News Initiative
Met Google News Initiative zet de organisatie achter ’s werelds grootste zoekmachine zich sinds 2018 in voor kwalitatief hoogwaardige journalistiek. In dat kader biedt Google meerdere trainingen aan, bijvoorbeeld op het gebied van machine learning, waarmee journalisten kunnen leren hoe ze met behulp van deze technologie grote hoeveelheden data kunnen analyseren. In veel van de online cursussen staan uiteraard tools van Google centraal, zoals Trends Explore, waarmee journalisten gegevens over zoekopdrachten kunnen gebruiken om trends te spotten.
Fix je privacy
Ons wordt voortdurend op het hart gedrukt dat we zorgvuldig moeten omgaan met onze privacy. Maar hoe houd je jouw gegevens en online leven veilig en privé? Fix Je Privacy, een initiatief van digitale rechtenorganisatie Bits of Freedom, heeft een aantal handige tips en adviezen voor je op een rij gezet, zodat je zelf aan de slag kunt met je online veiligheid. Je vindt er onder meer tips en trucs over videobellen zonder privacyzorgen, het gebruik van een wachtwoordmanager, veilig bestanden delen en alternatieven voor WhatsApp.
Luistertips
Er valt genoeg te lezen, kijken en luisteren over digitaal burgerschap. Vergaap je bijvoorbeeld aan een twaalf uur durende talkshow over vijftig jaar world wide web, duik in de schaduwkant van de internetsamenleving, luister je wijzer over internetprivacy en denk mee over ethiek, wereldeconomie en nieuwe technologieën.
BNR Big Five: De macht van Big Tech
Eind 2020 raakte de wereld in de ban van de Netflix-documentaire The Social Dilemma, waarin wordt gewaarschuwd de hoeveelheid macht die de algoritmes van sociale netwerken op ons leven hebben. Maar wat vinden reclamemakers daarvan? Zij kunnen immers niet meer zonder. BNR-presentatoren Diana Matroos en Art Rooijakkers gingen in gesprek met Jasper Hauser, oprichter van Darkroom en DFFRNT Lab en voorheen designmanager bij Facebook, Hans Schnitzler, techfilosoof en schrijver van het boek Kleine filosofie van de digitale onthouding, Constance Scholten van Slingshot, Constantijn van Oranje van TechLeap en Victor Knaap van MediaMonks en S4 Capital.
Nooit Meer Slapen: Marietje Schaake
Marietje Schaake is internet- en privacy-expert. Van 2009 tot 2019 hield ze zich namens D66 in het Europees Parlement bezig met de macht van grote technologiebedrijven. Vorig jaar werd ze docent én directeur internationaal beleid bij het Cyber Policy Center van de prestigieuze Amerikaanse universiteit Stanford in Californië, waar ze zich bezighoudt met technologiebeleid en kunstmatige intelligentie. De afgelopen tijd richtte ze haar pijlen onder meer op de polarisatie die in de Verenigde Staten gaande is en de invloed daarvan op de verkiezingen van 2020. Pieter van der Wielen van radioprogramma Nooit Meer Slapen sprak vlak voor de verkiezingen met Schaake. In dit gesprek doet ze uitspraken die nu, achteraf, profetisch blijken te zijn.
Learning in a Digital Society
In de vodcast Learning in a Digital Society delen experts op het gebied van technologie in het onderwijs hun visie op hoe digitale technologieën vorm geven aan leren en onderwijs, nu en in de nabije toekomst. De serie is een samenwerking tussen Digital Society, de Open Universiteit, het Centre for Education and Learning van de Universiteit Leiden, de TU Delft en de Erasmus Universiteit in Rotterdam en het New Media Centre van de TU Delft.
Nepnieuws als virus
De coronacrisis heeft de zwakke plekken in onze nieuwsvoorziening pijnlijk blootgelegd: tijdens de crisis nam de verspreiding van nepnieuws enorm toe, complottheorieën beleven hoogtijdagen. Hoe zorgen we als samenleving voor goed geïnformeerde burgers en hoe kunnen bibliotheken daarin een rol spelen?

Het internet heeft de manier waarop we informatie creëren, vindbaar maken en delen compleet veranderd. De consumptie van nieuws en informatie is voor een deel verschoven naar sociale media en on demand-diensten. Het verdienmodel van deze platforms is gebouwd op aandacht, niet op het bieden van betrouwbare en relevante informatie. De coronacrisis zorgt voor een enorme toename van nepnieuws en onbetrouwbare informatie. Door de World Health Organization (WHO) is de pandemie al bestempeld als infodemie: niet alleen de ziekte verspreidt zich in razend tempo over de wereld, maar ook foutieve informatie die het virus omringt (WHO, 2020).
Digitale tijdperk als voedingsbodem
De crisis brengt aan het licht hoe kwetsbaar de organisatie van de digitale nieuwsvoorziening is. Het onderliggende model, met advertenties als inkomstenbron, werkt perverse mechanismen in de hand. Verrassend nieuws wordt vaker aangeklikt dan saai nieuws. Dat werkt ‘klikpulp’ in de hand, nieuws dat de aandacht trekt om maar zoveel mogelijk kliks te krijgen.
Wanneer mensen nauwelijks meer blootgesteld worden aan ongemakkelijke, uitdagende of prikkelende perspectieven, kunnen echokamers ontstaan waarin vooral bevestiging van vooringenomen ideeën plaatsheeft. Omwille van hun privacy delen mensen hun informatie weer vaker in gesloten groepen, in plaats van open voor het hele internet. Ook gepersonaliseerde nieuws-feeds kunnen leiden tot blikvernauwing en bevestiging van vooringenomen ideeën. De pluriformiteit van het Nederlandse mediamodel dempt het risico van filterbubbels en echokamers (Möller, 2019).
Social media
Sociale media kunnen een katalysator zijn voor de verspreiding van desinformatie. Sociale media en zoekmachines hebben voor een deel de rol van de traditionele media als nieuwsvoorziening overgenomen. Mensen zien, horen of lezen het nieuws vaker op hun mobiele telefoon, via een gepersonaliseerde timeline van berichten. Vooral jongeren delen nieuwsberichten via de smartphone (Beekmans, 2019). Ook maken nieuwsdiensten gebruik van sociale media om hun content te verspreiden.
Social mediaplatforms nemen maatregelen om mensen te verwijzen naar betrouwbare bronnen, maar het is de vraag hoeveel mensen daar ook gebruik van maken. Dankzij het internet en verschuivingen in nieuwsconsumptie is het onderscheid tussen betrouwbare en onbetrouwbare bronnen voor veel mensen niet meer zo helder. De WHO streed hier bijvoorbeeld tegen door zich te begeven op socialmediaplatform TikTok, om daar met name onder jongeren juiste informatie over het virus te verspreiden (WHO, 2020).
Hoewel de zorgen om nepnieuws en desinformatie wereldwijd toenemen (Reuters, 2019), lijkt de Nederlandse samenleving tot nu toe weerbaar tegen beïnvloeding door desinformatie. Nederlanders hebben veel vertrouwen in het nieuws van omroepen en krantenbedrijven, in vergelijking met mensen in andere landen In sociale media als nieuwsbron hebben ze veel minder vertrouwen (Lauf & Scholtens, 2019).
Onderzoek van het Rathenau Instituut toont aan dat de mediawijsheid van verschillende groepen burgers vaak tekort schiet (Van Keulen, et al., 2018). In het Nederlandse overheidsbeleid staat dat ze wil voorkomen dat de democratie en de rechtsorde in ons land door desinformatie worden ondermijnd. Het kabinet zet daarbij uitdrukkelijk in op verbetering van het vermogen van de burgers om desinformatie te herkennen (Rijksoverheid.nl 2019).
Remedies tegen desinformatie
Er zijn verschillende manieren om de verspreiding van desinformatie tegen te gaan, door technologieën zoals automatische identificatie en het blokkeren van nepsites, advertenties en klikpulp. Door te streven naar transparantie over de werking van algoritmes die bepalen wie welk nieuws te zien krijgt. Door strengere internationale regelgeving en het aan banden leggen van de vrijheid van grote platforms, en door te investeren in professionele journalistiek. Het blijft echter een kat- en muisspel tussen fact checkers en makers van nepnieuws.
Minstens zo belangrijk als het controleren van feiten en het corrigeren van schadelijke inhoud, is het begrijpen van de werking van desinformatie. Wat maakt mensen, zeker in tijden van crisis, zo ontvankelijk voor desinformatie, welke mechanismen bevorderen de verspreiding ervan en hoe kunnen mensen weerbaar worden gemaakt tegen nepnieuws?
Het menselijk brein is gemakzuchtig en selectief. We zoeken naar informatie die onze vermoedens bevestigt en negeren informatie die onze ideeën tegenspreekt. Wanneer we onder druk komen te staan, zoals in crisis, filteren we nog meer dan normaal: we kiezen voor de kortste gedachtenroute (Beunders, 2020). In crisistijd zoeken we naar houvast en eenduidige antwoorden. En die zijn er niet.
Debunking - prebunking
Een fundamenteel onderscheid in de bestrijding van nepnieuws is het verschil tussen debunking en prebunking. Debunking is het ontmaskeren van nepnieuws door met de feiten te komen, met tegenargumenten en alternatieve bronnen. Prebunking is juist gericht op het vóóraf weerbaar maken van mensen door ze alvast opzettelijk te confronteren met nepnieuws. Vergelijk het met de maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van een virus door het toedienen van een vaccin, versus het zo snel mogelijk opsporen en ontmaskeren van ‘patiënt zero’. Als mensen met opzet en in een educatieve setting blootgesteld worden aan nepnieuws, zullen ze uiteindelijk gaan begrijpen hoe bepaalde mechanismen werken. Ze krijgen de argumenten in handen om misleidende informatie te herkennen, ook als die desinformatie aansluit bij hun vooropgezette ideeën. Het brein wordt getraind om minder snel de makkelijkste, vooringenomen weg te nemen.
Bibliotheken en het onderwijs kunnen met hun programma’s bijdragen aan het vergroten van de mediawijsheid van burgers door mensen te gidsen door de wirwar van informatie en te verwijzen naar betrouwbare bronnen, zoals bijvoorbeeld de bibliotheek Eindhoven doet met hun pagina over coronanieuws. Ook door het bieden van instrumenten voor fact checking, zoals de Covid-19 editie van de IFLA-infographic How to spot fake news, of bijvoorbeeld een podcast over het herkennen van nepnieuws (bibliotheek Zuid-Kennemerland). Maar vooral door het vergroten van de weerbaarheid tegen nepnieuws door mensen te trainen in het herkennen van misleidende informatie.
Maar de strijd tegen nepnieuws is niet het enige dat aandacht behoeft. Beter is het om de eenzijdige focus op desinformatie los te laten en breder in te zetten op een gezond democratisch debat. Een democratische samenleving heeft baat bij goed geïnformeerde burgers die mogen meepraten en meebepalen in een debat over de toekomst van het land, over de beste uitweg uit deze crisis, en de inrichting van de samenleving. Bibliotheken kunnen met hun kernfunctie van ontmoeting én debat bijdragen aan het faciliteren van debat en het voeden van de maatschappelijke dialoog.
Voor dit artikel is gebruikgemaakt van het dossier Trends van de KB en van bronnen uit een literatuurstudie in het kader van een KIEM-onderzoek onder leiding van dr. Jos van Helvoort van de Haagse Hogeschool, Lectoraat Duurzame Talentontwikkeling. De KB is partner in het KIEM-onderzoek.
Bronnen
- Beekmans, I. (2019). Jongvolwassenen betalen niet voor nieuws, maar vinden het wél belangrijk. Geraadpleegd op 13-11-2019.
- Beunders, H. (2020). De ‘infodemie’ en het ‘niet-willen-zien’. Groene Amsterdammer. Geraadpleegd op 13-5-2020.
- Keulen, I. van, Korthagen, I., Diederen, P. & Boheemen, P. van (2018). Digitalisering van het nieuws. Online nieuwsgedrag, desinformatie en personalisatie in Nederland. Den Haag: Rathenau Instituut.
- Lauf, E. & Scholtens, J. (2019). Mediamonitor 2019. Mediabedrijven en mediamarkten. Reuters Institute Digital News Report Nederland 2019. Hilversum: Commissariaat voor de Media (CvdM).
- Möller, J., Helberger, N., & Makhortykh, M. (2019). Filterbubbels in Nederland. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.
- Plantinga, S. & Kaal, M. (2018). Hoe mediawijs is Nederland? Onderzoek mediawijsheid. Amsterdam: Kantar Public.
- World Health Organization (WHO) (2020). Novel Coronavirus (2019-nCoV) Situation Report – 13. Genève: WHO.